De baarkruk

Zelf gebruik ik hem bij bijna elke geboorte: de baarkruk. Is het niet om op te bevallen, dan wel om de placenta op geboren te laten worden. Wat is een baarkruk? Wat zijn de voordelen van een baarkruk? En zijn er ook nadelen?

Wat is een baarkruk?
Een baarkruk is een soort stoel waarop je kunt gaan zitten met een gat in het midden. De baarkruk heeft geen rugleuning. Veel vrouwen maken er graag gebruik van tijdens de uitdrijving, aangezien je zo de zwaartekracht optimaal benut. Tevens kan je partner achter je plaats nemen, waardoor je tussen de weeën door achterover tegen hem aan kunt leunen om even bij te komen.

De voordelen
Uit wetenschappelijk onderzoek komen er verschillende voordelen van een baarkruk bevalling naar voren. (Dekker, 2012; Gupta, Hofmeyr & Shehmar, 2012; The Royal College of Midwives, 2012)

– Je hebt kans op een korte uitdrijving door het benutten van de zwaartekracht
– Je hebt 21% minder kans op een knip
– Je hebt 23% minder kans op een kunstverlossing
– Het lijkt erop dat je minder kans hebt op afwijkende hartritmes van je kindje (al moet dit met groter onderzoek beter onderzocht worden)
– Je hebt minder vaak extreme pijn tijdens de bevalling en mogelijk daarmee ook dus minder pijnstilling nodig

Een voordeel van de baarkruk boven andere verticale houdingen is dat je zit. Je gebruikt dus niet veel energie om je positie te behouden (bijvoorbeeld zoals bij hurken). Tevens kan je partner goed achter je plaats nemen om jou te ondersteunen. De baarkruk kun je ook prima gebruiken onder de douche of in bad. Ook na de bevalling kun je gemakkelijk in deze houding blijven zitten. Dit laatste gebruik ik vaak om de zwaartekracht ook nog te benutten bij het geboren laten worden van de placenta.

De nadelen
Het grootste nadeel dat je vaak hoort is dat je meer kans hebt om in te scheuren. Is dit ook werkelijk zo? Nee. Uit wetenschappelijk onderzoek komt inderdaad naar voren dat je 35% meer kans hebt op een tweede graads ruptuur (huid en spieren, niet de kringspier van de anus). (The Royal College of Midwives, 2012; de Jonge et al, 2010; Dekker, 2012). Aan de andere kant wordt er geen verschil gevonden in intacte perineum. Of je nu op een baarkruk bevalt of in een andere houding, je maakt dus evenveel kans dat je niet inscheurt. Mocht je wel inscheuren, dan is de kans groter op een tweede graads ruptuur. (Dekker, 2012) Maar de kans is kleiner dat er een knip gezet moet worden. Een ruptuur geneest beter dan een knip (Carroli & Mignini, 2009), dus zou je kunnen zeggen dat je beter af bent met een tweede graads ruptuur.

In deze studie (de Jonge et al, 2010) wordt er geen verschil gevonden in het aantal derde graads rupturen (wel tot aan of door de kringspier van de anus), maar hier moet groter onderzoek naar gedaan worden om hier zeker van te zijn.

Een andere nadeel is dat je meer kans hebt om meer dan 500 ml bloed te verliezen tijdens je bevalling. Aan de andere kant heb je niet meer kans op een bloedtransfusie, dan bij andere baringshoudingen. Hoe het mogelijk is dat je meer bloed zou verliezen bij een verticale bevalling is nog niet duidelijk. Mijn visie hierin blijft nog steeds dat je verticaal makkelijker bloed verliest dan liggend, aangezien het bloedverlies liggend vaak blijft staan in je baarmoeder. Op deze manier kan het lijken dat je meer bloed verliest verticaal, maar zou het goed kunnen zijn dat dit dus vertekend wordt door de positie waarin mevrouw zich bevindt. Om de reden hiervan te achterhalen is nog meer onderzoek nodig. (The Royal College of Midwives, 2012; Dekker, 2012).

Een baarkruk is vaak van hout of plastic en daarmee erg hard. Sommige vrouwen vinden het dan ook lastig om hier voor lange tijd op te zitten. Voor je bevalling is het sowieso bevorderlijk om regelmatig van houding te wisselen. Ook tijdens een bevalling op een baarkruk is het dus verstandig om regelmatig even te gaan staan. Hiermee voorkom je ook dat je, doordat je continue op een kruk met een gat erin zit, vochtophoping krijgt in je bekkenbodem. (Naar reactie op blog door Marian Karssen)

Conclusie
Tijdens de bevalling is het heel belangrijk dat je de houding aanneemt die je zelf prettig vindt. Het is goed om hierbij in je achterhoofd te houden dat verticale houdingen de zwaartekracht benutten. Vroeger en ook nu nog wordt er regelmatig angstig gesproken over de baarkruk, aangezien je meer kans zou hebben op scheuren. Dat is niet helemaal waar. Je blijft evenveel kans houden dat je helemaal niet inscheurt. Dus het is niet zo dat je méer kans hebt om in te scheuren. Het is wel zo dat, als je wel scheurt tijdens de bevalling, je meer kans hebt op een tweede graads ruptuur. Aan de andere kant heb je minder kans op een knip en genees je beter bij een tweede graads ruptuur dan bij een knip. Of er meer kans is op een derde graads ruptuur is nog niet duidelijk, maar voor nu lijkt het er niet op. Het is dus niet nodig om de baarkruk te vermijden om de kans op inscheuren te verminderen. De baarkruk kan een prima hulpmiddel zijn voor bij je bevalling.

J.K. Califf @Flickr.jpg
Bron: J.K. Califf @Flickr

Bronnen
Carroli, G., & Mignini, L. (2009) Episiotomy for vaginal birth. The Cochrane Database of systematic reviews. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19160176

Dekker, R. (2012) What is the Evidence for Pushing Positions? Gevonden op het internet op 18 april 2016 via http://evidencebasedbirth.com/what-is-the-evidence-for-pushing-positions/

De Jonge, A., Van Diem, M. Th., Scheepers, P.L.H., Buitendijk, S.E., Lagro-Janssen, A.L.M. (2010) Risk of Perineal Damage is Not a Reason to Discourage a Sitting Birthing Position: A Secondary Analysis. International Journal of Clinical Practice, 65(5), 611-618.

The Royal College of Midwives (2012)
Gevonden op het internet op 18 april 2016 via https://www.rcm.org.uk/sites/default/files/Positions%20for%20Labour%20and%20Birth.pdf

Tepelhoedjes

Te pas en te onpas zie je hem tegenwoordig voorbij komen: het tepelhoedje. Voor talloze problemen wordt er gegrepen naar het siliconen hoedje: pijnlijke tepels, ingetrokken tepels, niet goed aanhappen… Maar is dit eigenlijk wel zo’n goed idee?

Wat is een tepelhoedje?
Een tepelhoedje in een dun siliconen hoedje dat over de tepel en tepelhof wordt gelegd. Het wordt tegenwoordig bij veel verschillende borstvoedingsproblemen gebruikt.

@wikipedia Nipple shield Tepelhoedje.JPG
Bron: @wikipedia

Goed idee?
Nee, een tepelhoedje is eigenlijk niet aan te bevelen. Om dit duidelijker te maken ga ik verschillende borstvoedingsproblemen waarbij een tepelhoedje gebruikt wordt even overlopen.

Pijnlijke tepels
Veel vrouwen met pijnlijke tepels neigen naar een tepelhoedje. Een tepelhoedje wordt over de tepel geplaatst, waardoor de vrouw het gevoel krijgt dat ze de tepel beschermt tijdens het voeden. Maar, een tepelhoedje wordt vaak verkeerd geplaatst en ook als het tepelhoedje wel goed wordt geplaatst, schuurt deze behoorlijk. Hierdoor wordt de tepel juist keer op keer opengehaald en heelt het dus helemaal niet. Een tepelhoedje is dus niet het juiste hulpmiddel op dit moment. Het is de bedoeling dat je de oorzaak van de pijnlijke tepels (meestal verkeerd aanleggen) aanpakt. Ondertussen probeer je de tepel te laten helen: druppeltje melk uitsmeren, in de lucht laten drogen, korter maar frequenter voeden etc. (Bon, s.a.)

Ingetrokken tepels
Een pasgeborene moet niet zuigen aan de tepel, het moet een groot deel van het tepelhof in de mond nemen om goed aan de borst te drinken. Ingetrokken tepels hoeven dus helemaal geen probleem te zijn tijdens de borstvoeding. Hoe kun je het kindje dan helpen aanleggen? Zie hieronder bij ‘een betere oplossing’. (La Leche League, 2015)

Niet goed aanhappen
Vooral tijdens de eerste dagen is borstvoeding oefenen. Het nog niet goed kunnen aanhappen wordt vaak gebruikt als reden om een tepelhoedje te gebruiken, maar dit is eigenlijk niet slim. Door het gebruik van een tepelhoedje leert het kindje om op een andere manier aan de borst te drinken. Hij kan minder van het tepelhof in zijn mond nemen, waardoor de borst minder goed leeg gedronken kan worden en je sneller last krijgt van een borstontsteking. In de eerste borstvoedingsperiode zorgen voor het grootste deel de hormonen dat de borstvoeding op gang komt, maar na verloop van tijd gaat dit over naar vooral vraag en aanbod. In het begin merk je dus nog niet dat een tepelhoedje de melkproductie remt, maar wanneer je meer afhankelijk bent van het vraag en aanbod principe, kan de melkproductie verminderd worden, doordat het kindje minder goed de borst leeg kan drinken. Tevens is er geen sprake van direct huid op huid contact, waardoor de toeschietreflex minder snel toeschiet en het kindje ook sneller gefrustreerd kan raken aan de borst. Het is dus belangrijk dat het kindje goed leert aanhappen, juist zonder tepelhoedje, om de melkproductie ook op lange termijn in stand te kunnen houden. (Bon, s.a. ; Centrum voor Borstvoeding, s.a.)

Wetenschappelijk onderzoek
Op dit moment wordt het tepelhoedje in de meeste gevallen nog niet ondersteund door wetenschappelijk onderzoek. Tevens is er helemaal niets onderzocht over eventuele lange termijn effecten. Zo wordt er niet gekeken of vrouwen op lange termijn nog borstvoeding geven bijvoorbeeld of hoe het zit met de melkproductie op lange termijn. (McKechnie & Eglash, 2010)

Een beter oplossing
Een oplossing voor veel van deze problemen is Biological Nurturing. Biological Nurturing is een manier van voeden waarbij rekening wordt gehouden met de natuurlijke reflexen van moeder en kind.

Hoe doe je dit?
Bij voeden via Biological Nurturing leunt de moeder achterover en plaatst ze haar kindje bovenop zich. Op deze manier wordt het hele lichaam van het kindje ondersteunt door het lichaam van de moeder en hoeft de moeder haar kindje niet eens zelf vast te houden. In deze houding worden alle reflexen van het kindje benut, waardoor het zichzelf aan de borst kan leggen. (Colson, 2010)

Waarom?
In onze oudere borstvoedingshoudingen, bijvoorbeeld de madonnahouding, zit de moeder kaarsrecht. Haar kindje drukt ze tegen zich aan. Schouders en nek verkrampen en je krijgt een lamme arm. Op deze manier voeden is niet relaxed. Tegelijkertijd wordt het kindje door de zwaartekracht naar beneden getrokken, juist van de borst af. Hierdoor kan er (zeker als het kindje krachtiger gaat drinken) meer wrijving op de tepel ontstaan, waardoor je pijnlijke tepels kunt krijgen. Tevens werkt de zwaartekracht niet mee met de reflexen van het kindje, waardoor het soms lijkt of het kindje de borst tegenwerkt. (Colson, 2010)

Door het kindje gewoon op je te plaatsen terwijl je zelf achterover leunt, zit je sowieso zelf een stuk comfortabeler. Tevens werkt de zwaartekracht nu in de goede richting, waardoor het kindje alle aangeboren reflexen kan benutten om aan de borst te kunnen drinken. (Colson, 2010)

Conclusie
Tepelhoedjes worden op dit moment te snel gebruikt. Zeker in die eerste periode, de kraamtijd, wordt er snel gegrepen naar een tepelhoedje. Biological nurturing kan in veel gevallen de ideale oplossing zijn en zorgt er uiteindelijk tevens voor dat er meer vrouwen borstvoeding zullen blijven geven, ook op lange termijn. Het is een gemakkelijke oplossing en dus zeker het proberen waard. Bij pijnlijke tepels is het tepelhoedje geen oplossing. Het haalt alleen vaak de symptomen weg, maar de oorzaak niet. Beter zou dus zijn om de oorzaak op te lossen. Bij ingetrokken tepels en niet goed kunnen aanhappen zou mijn advies zijn om het tepelhoedje als allerlaatste te proberen, maar dan nog het liefst na contact met een lactatiekundige om te kijken of er alles uitgehaald is wat er in zit zonder tepelhoedje. Uiteraard gaat ook mijn voorkeur uit voor een tepelhoedje boven kunstvoeding. Mocht je alles geprobeerd hebben en niets hielp, dan is het tepelhoedje zeker het proberen waard! Ik wil alleen meegeven dat een tepelhoedje vaak symptomen oplost, maar het probleem, de oorzaak, zelf niet. Het tepelhoedje zou dus, in mijn ogen, niet snel gebruikt moeten worden, maar enkel als het niet anders kan of wanneer je dit liever wilt.

Aurimas Mikalauskas @Flickr.jpg
Bron: Aurimas Mikalauskas @Flickr

Bronnen
Bon, A. (s.a.) Tepelhoedjes, ingetrokken tepels en Niplette. Borstvoeding.com

Centrum voor Borstvoeding (s.a.) Gevonden op het internet op 15 april 2016 via http://www.centrumvoorborstvoeding.nl/voorlichting/voeden+met+een+tepelhoedje

Colson, S. (2010) Inleiding tot biological nurturing; een nieuwe kijk op borstvoeding. Hale Publishing.

McKechnie, A.C., & Eglash, A. (2010) Nipple Shields: A Review of the Literature. Breastfeed Medicine, 5(6), 309-314.

La Leche League (2015)
Gevonden op het internet op 15 april 2016 via https://www.lalecheleague.nl/borstvoeding-abc/artikel/281-vlakke-of-ingetrokken-tepels

Voetreflexologie

Er wordt regelmatig overgesproken: voetreflexologie. Maar wat is het eigenlijk en hoe kun je het toepassen tijdens de zwangerschap?

Wat is voetreflexologie?
Voetreflexologie is een vorm van massage die wordt toegepast op de voeten en soms ook onderbenen. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat reflexpunten in je voeten in verbinding staan met andere lichaamsdelen. Door deze reflexpunten te masseren en te stimuleren, raken de andere lichaamsdelen terug in balans. Dit kan komen doordat er een beter doorbloeding ontstaat of bijvoorbeeld omdat er meer afvalstoffen worden afgevoerd. Dit kan zorgen voor ontspanning, maar kan er ook voor zorgen dat bepaalde klachten verminderen. (Hidio, 2016; Floor Tuinstra, 2016)

Vermindering van zwangerschapsklachten
Voetreflexologie kan helpen om bepaalde zwangerschapsklachten te verminderen. Zo kan het bijvoorbeeld helpen bij de volgende kwaaltjes (Hidio, 2016; Voetreflex-praktijk, s.a.):
– (herhalende) blaasontstekingen
– Slaapproblemen
– Misselijkheid
– Maagzuur
– Rugpijn
– Obstipatie
– Stemmingswisselingen
– Oedeem
– Licht verhoogde bloeddruk

De bevalling
Zoals ik ook al vertelde in de blog over ‘Wat als de bevalling op zich laat wachten?’, kan voetreflexologie er ook voor zorgen dat je lichaam het juiste steuntje in de rug krijgt om de bevalling op gang te laten komen. Waarschijnlijk zorgt voetreflexologie er voor dat je lichaam goed ontspant, waardoor de bevalling start. (CJG Hoogezand-Sappemeer, 2016)

Wetenschappelijk onderzoek

Er zijn verschillende studies gedaan naar voetreflexologie, maar deze zijn van wisselende kwaliteit. Om echt bewezen uitspraken te kunnen doen over voetreflexologie zou er dus nog meer onderzoek naar gedaan moeten worden. Voor nu lijkt het er op dat voetreflexologie pijn zou kunnen verminderen, zou kunnen zorgen voor goede ontspanning, de bloedtoevoer naar bepaalde organen kunnen vermeerderen en tevens angst zou kunnen verminderen. (Kunz & Kunz, 2008) Tevens zou het inderdaad kunnen zorgen voor een lagere bloeddruk (McCullough et al, 2014).

Kosten
Door sommige verzekeraars worden de behandelingen gedeeltelijk of volledig vergoed. Een sessie kost meestal tussen de 40 en 75 euro per uur.

Bron Buychinaherb
Bron: Buychinaherb.com

 

Bronnen
CJG Hoogezand-Sappemeer (2016)
Gevonden op het internet op 5 april 2016 via http://cjghoogezand-sappemeer.nl/wat-kun-je-doen-om-de-bevalling-te-laten-beginnen-0

Floor Tuinstra (2016)
Gevonden op het internet op 5 april 2016 via http://floortuinstra.nl/welkom/voetreflexologie-den-haag/

Hidio (2016)
Gevonden op het internet op 5 april 2016 via http://www.hidio.nl/voetreflexologie/

Kunz, B. & Kunz, K. (2008). Evidence-Based Reflexology for Health Professionals and Researchers. The Reflexology Research Series.

McCullough JE, Liddle SD, Sinclair M, Close C, Hughes CM. (2014). The physiological and biochemical outcomes associated with a reflexology treatment: a systematic review. Evidence Based Complement Alternative Medicine.

Voetreflex-praktijk (s.a.)
Gevonden op het internet op 5 april 2016 via http://www.voetreflex-praktijk.nl/zwangerschap.html

Het weegbeleid bij pasgeborene

Regelmatig stel ik mezelf de vraag of we ons niet veel te veel focussen op het gewicht van de pasgeborene. Wat zou nu het beste weegbeleid zijn voor borst gevoede kinderen en zorgen voor de minste stress bij de ouders?

Het beleid
Het weegbeleid verschilt enorm in de verscheidene regio’s. Dit is afhankelijk van de wensen van de verloskundigen. In het protocol van de KCKZ (Kenniscentrum kraamzorg), staat er dat de kraamverzorgster hoort te wegen volgens de afspraken met de verloskundige. (KCKZ, s.a.)

Elke dag wegen?
Een van de discussiepunten is hoe vaak er gewogen moet worden. De World Health Organization (WHO) beveelt aan om de pasgeborene elke dag te wegen. De multidisciplinaire richtlijn borstvoeding raadt aan om minstens te wegen direct na de geboorte (dag 0), op dag 2, dag 4 en dag 7. (NCJ, 2015) Ik denk dat deze laatste variant het minste stress met zich meebrengt. De meeste kinderen vallen namelijk af tijdens de kraamtijd. Dit mag ook! Door elke dag te wegen, wordt moeder elke dag gewezen op het gewichtsverlies. Dit kan voor veel stress zorgen en dat heeft weer invloed op de borstvoeding. Zeker die eerste dagen, waarbij de borstvoeding nog goed op gang moet komen, zijn cruciaal. Dit is juist de periode waarin de pasgeborene nog afvalt en die stress zou een negatief effect op de borstvoeding kunnen hebben. Het lijkt mij dus belangrijker om in die periode goed op te letten hoe de conditie van het kindje is. Zijn er regelmatig plas/poepluiers? Is het kindje alert en tevreden? Dat zouden de eerste parameters moeten zijn en pas daarna het gewicht.

Wat dat betreft is het bij fles gevoede baby’s makkelijker, aangezien je weet wat er in gaat. Voor hen zou ik dus sowieso enkel op dag 0, dag 2, dag 4 en dag 7 wegen.

7-10% vs. Standaarddeviatiescore
In het grootste deel van Nederland wordt er nog altijd gewerkt met de -7/-10 % regel. Indien een kindje 7% is afgevallen, wordt de borstvoeding extra gestimuleerd. Mocht het kindje 10% afvallen, wordt er (vaak) overgegaan op bijvoeding. Maar deze regel, is helemaal niet wetenschappelijk onderbouwd. Dit is geen beleid dat naar voren is gekomen uit wetenschappelijk onderzoek, maar puur uit ervaring. Om die reden heeft TNO een andere richtlijn ontwikkeld, die wel is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Hierbij is het gewichtsverlies van gezonde pasgeborene die borstvoeding krijgen vergeleken met het gewichtsverlies van ondervoede, uitgedroogde pasgeboren die borstvoeding krijgen. Op die manier is er een nieuw, nauwkeuriger groeidiagram (https://www.tno.nl/media/2544/grafiekborstgevoedekinderenmettoelichting.pdf) ontwikkeld. Hierbij wordt ook gekeken naar de procentuele afname van het gewicht, maar is er meer ruimte, waardoor er minder kinderen onnodig bij gevoed of doorverwezen worden. Wanneer het gewicht onder de oranje lijn komt, is het opnieuw de bedoeling om de borstvoeding te optimaliseren. Wanneer het gewicht onder de rode lijn (soms dus pas op -11,5%, komt is het pas nodig om te gaan bijvoeden, liefst met afgekolfde moedermelk. (van Dommelen et al, 2008; NJC, 2015).

Deze richtlijn van de TNO is in 2015 al opgenomen in de vernieuwde versie van de multidisciplinaire richtlijn borstvoeding en ook goedgekeurd door de KNOV (KNOV, 2015). Toch wordt de richtlijn nog vrijwel nergens toegepast. We zitten blijkbaar erg vastgeroest aan de -7/-10 % regel.

Conclusie
Het lijkt mij minder stressvol om niet elke dag te wegen, maar enkel op dag 0, dag 2, dag 4 en dag 7. Ook hiermee heb je snel de grote gewichtsverliezen te pakken en je moet uiteraard allereerst goed letten op de conditie van het kindje. Op indicatie is het altijd mogelijk om eerder te wegen of vaker. Mocht het kindje dan heel veel afgevallen zijn en ben je dan bezig met het optimaliseren van de borstvoeding, kan het nuttig zijn om tussendoor wel te wegen. Ik ben tevens een voorstander van de groeicurve van de TNO, aangezien deze wetenschappelijk bewijs kent en ruimer gebied kent waarin pasgeborene mogen afvallen voordat er wordt gekozen voor bijvoeding.

Bij fles gevoede baby’s heeft het ook de voorkeur om op dag 0, dag 2, dag 4 en dag 7 te wegen. Je weet namelijk wat er in gaat qua voeding, waardoor je een vochtbalans veel nauwkeuriger kunt bijhouden. Elke dag wegen heeft in mijn ogen dan geen meerwaarde.

eyeliam @Flickr4.jpg
Bron: eyeliam @Flickr

Bronnen
KCKZ (s.a.) Zorgprotocol observatie en controle van de pasgeborene in de kraamtijd. http://app.kenniscentrumkraamzorg.nl/wp-content/uploads/2015/09/Zorgprotocol-Observatie-pasgeborene1.pdf

KNOV (2015)
Gevonden op het internet op 1 april 2016 via http://www.knov.nl/actueel-overzicht/nieuws-overzicht/detail/multidisciplinaire-richtlijn-borstvoeding-geautoriseerd/1641

NCJ (2015)
Gevonden op het internet op 1 april 2016 via https://www.ncj.nl/richtlijnen/jgzrichtlijnenwebsite/details-richtlijn/?richtlijn=27&rlpag=1160

van Dommelen, P., van Wouwe, J.P., Breuning-Boers, J.M., van Buuren, S., & Verkerk, P.H. (2008) Gewichtverlies bij borst gevoede pasgeborenen. Tijdschrift voor verloskundigen, 23-25.