Bekkenbodem na de bevalling

Na de bevalling kan het lastiger zijn om je urine op te houden. Je bekkenbodem heeft een flinke klap gehad door de zwangerschap en door de bevalling en het is dus goed om je hier weer even op te gaan focussen. Hoe werkt je bekkenbodem? Welke klachten kun je hiervan krijgen? Wanneer schakel je een bekkenfysiotherapeute in?

Wat is je bekkenbodem? (Bekkenbodem online, s.a.; Pro Fundum Instituut, 2018)
Je bekkenbodem is een verzamelnaam voor het bindweefsel en de spieren die aan de onderzijde van je bekken liggen. Deze zorgen er samen voor dat je organen onderin je lichaam op zijn plek blijven. Het vormt een soort hangmat. Tevens zorgt je bekkenbodem er voor dat je bekken aan de onderkant wordt afgesloten.

De spieren in je bekkenbodem bevinden zich in verschillende samenwerkende spierlagen. Over een deel van deze bekkenbodem heb je geen controle, maar een ander deel kun je wel bewust aanspannen of ontspannen. Dit doe je bijvoorbeeld als je gaat plassen.

Door de bekkenbodem van de vrouw lopen er 3 buizen: de plasbuis, het rectum en de vagina. De plasbuis en het rectum hebben daarbij nog extra spieren die er voor zorgen dat deze worden afgesloten van water en lucht. Een groot deel hiervan wordt gecontroleerd door je hersenen.

Functie van de bekkenbodem (Bekkenbodem online, s.a.; Pro Fundum Instituut, 2018)Wanneer je bekkenbodem werkt naar behoren:
– Zakken organen niet uit
– Kun je urine en ontlasting ophouden, ongeacht je bezigheden (hoesten, sporten, wandelen)
– Kun je windjes ophouden
– Kun je gemeenschap hebben zonder pijn
– Kun je je ontlasting normaal en volledig kwijt
– Kun je je blaas goed leeg plassen

Wanneer je bekkenbodem niet werkt zoals de bedoeling is kan dit 3 verschillende oorzaken hebben:
– Je bekkenbodem is te sterk
– Je bekkenbodem is te zwak (na de bevalling is dit het geval)
– Je bekkenbodem coördinatie werkt niet optimaal (de spieren weten niet goed wanneer te reageren)

Na de bevalling
Je bekkenbodem heeft het tijdens de zwangerschap zwaar te verduren. Er staat flinke druk op en het steunweefsel verslapt onder invloed van de hormonen. Hierdoor kunnen andere spieren gaan compenseren, waardoor je bijvoorbeeld last krijgt van je onderrug.

Tijdens je bevalling en voornamelijk tijdens het persen komt er tevens grote druk te staan op je bekkenbodem. Dit samen zorgt er voor dat je bekkenbodem verzwakt is en zal moeten herstellen. Direct na de bevalling heb je ook vaak een ander gevoel in je bekkenbodem. Hierdoor is het lastiger om urine/windjes op te houden. (Pro Fundum Instituut, 2018)

Klachten na de bevalling (De verloskundige, s.a.)
Na de bevalling zien we de volgende klachten het meeste:
– Urineverlies. Voornamelijk bij hoesten, niezen, tillen, springen.
– Moeite met ophouden van ontlasting
– Niet tegen kunnen houden van windjes
– Een zwaar gevoel in je onderbuik en/of op je bekkenbodem
– Pijn, bijvoorbeeld bij gemeenschap of bij fietsen

Doormiddel van rust en oefeningen herstelt je bekkenbodem meestal in 6 weken. Mocht dit niet het geval zijn is het verstandig om contact op te nemen met een bekkenfysiotherapeute.

Risicofactoren (Bekkenbodem online, s.a.)
Iedereen heeft kans op klachten van de bekkenbodem na de bevalling, maar sommige factoren zorgen voor een grotere kans:
– Vaginale bevalling
– Langer dan een uur geperst
– Een vacuüm- of tangverlossing
– Je kindje groter was dan 4 kilo
– Je hebt al eerder gebaard
– Inscheuren of in geknipt worden
– Obesitas

Herstel (VCC Nijmegen, s.a.)
Hoe kun je er zelf voor zorgen dat je bekkenbodem herstelt?

Preventie
Zorg voor een sterke bekkenbodem al voor en tijdens de zwangerschap!

Rust
Om je bekkenbodem goed te laten herstellen na de bevalling is het goed om rustig aan te doen. Luister goed naar je lichaam, til niet te zwaar, wissel activiteit af met rust en ga regelmatig liggen om de druk op je bekkenbodem te verkleinen.

Bekkenbodemoefeningen
Op de dag van de bevalling laat je je bekkenbodem verder met rust. Vanaf de 2e dag mag je voorzichtig je bekkenbodem proberen te bewegen. Voel voorzichtig weer even naar het gevoel in je bekkenbodem. Wanneer dit goed gaat kun je gaan beginnen met een lichte oefening. Zo kun je bijvoorbeeld doen alsof je je plas ophoudt, dit enkele seconde vasthouden en daarna je bekkenbodem weer volledig ontspannen. Dit doe je zo’n 5-10 keer achter elkaar.

Na de kraamweek mag je de oefeningen weer verder op gaan bouwen, maar luister hierbij naar je lichaam. Bijvoorbeeld: Langer vasthouden.

Prikkel de reflex
Wanneer je hoest, niest, tilt: span je bekkenbodem aan. Laat hem nadien weer volledig ontspannen. Wanneer je dit consequent toepast, gaat dit vrij snel weer vanzelf. Blijf hierbij goed doorademen.

Bekkenfysiotherapeute
Verlies je veel urine? Merk je geen verschil na 6 weken? Heb je het idee dat je last hebt van een verzakking? Trek aan de bel bij een bekkenfysiotherapeute. Wacht hier niet te lang mee!

Stoel met zacht kussentje
Ga niet op een harde stoel zitten, zoals vaak wel wordt geadviseerd. Dit is wel goed voor de zwelling, maar hierdoor wordt je bekkenbodem extra uitgerekt wat pijnklachten kan geven. Je kunt beter op een stoel gaan zitten met een zacht kussentje. Dit zorgt voor ondersteuning van je bekkenbodem. Ga ook niet zitten op een zwembandje. Ook dit geeft onvoldoende ondersteuning aan je bekkenbodem. (Bekkenbodem online, s.a.)

Zwelling
Bij een zwelling werkt een koud washandje of een ijskompres het beste. (Bekkenbodem online, s.a.)

Conclusie
Het is begrijpelijk dat je bekkenbodem het door je zwangerschap en je bevalling zwaar te verduren heeft gehad. Hierdoor is het belangrijk om na je bevalling weer aandacht te verzamelen voor je bekkenbodem en er voor te zorgen dat deze goed en volledig herstelt.

pregnant-2568395_960_720
Bron: Pixabay

Bronnen
Bekkenbodem online (s.a.)
Gevonden op het internet op 10 mei 2018 via https://bekkenbodemonline.nl/bekken-en-bodem/de-gezonde-bekkenbodem/

De Verloskundige (s.a.)
Gevonden op het internet op 10 mei 2018 via http://deverloskundige.nl/net-bevallen/subtekstpagina/87/bekkenbodemklachten/

Pro Fundum Instituut (2018)
Gevonden op het internet op 10 mei 2018 via https://profunduminstituut.nl/wat-doet-de-bekkenbodem/

VCC Nijmegen (s.a.)
Gevonden op het internet op 10 mei 2018 via http://www.vccnijmegen.nl/media/1008/vcn_bekkenbodem_def_lr.pdf

De kinkhoestvaccinatie

Kortgeleden veel in het nieuws geweest: de kinkhoestvaccinatie. De gezondheidsraad adviseert al 2 jaar om alle zwangeren in te enten tegen kinkhoest, maar de Staatssecretaris van Volksgezondheid heeft nog geen besluit genomen. Hier komt hij deze zomer op terug. Wat zijn nu de feiten en de fabels?

Wat is kinkhoest?

Kinkhoest wordt gekenmerkt door hevige hoestbuien die wel 3 à 4 maanden kunnen aanhouden. De beginfase ziet er vaak uit als een simpele verkoudheid met soms wat koorts. Daarna volgt er een flinke hoest. Het hoesten kan zo hevig zijn dat je er zelfs van moet overgeven. De ziekte staat ook wel bekend als de 100-dagen hoest. Kinkhoest wordt veroorzaakt door een bacterie die verspreid wordt door de lucht. De incubatietijd is 1-3 weken.

Volwassenen en oudere kinderen maken vaak een lichtere variant door van kinkhoest, maar kinkhoest kan bij mensen met een zeer lage weerstand of bij pasgeboren baby’s die hier nog niet voor ingeënt zijn ernstig verlopen. Symptomen bij een baby kunnen minder duidelijk zijn. Een baby hoest vaak niet, maar stopt regelmatig even met ademhalen. Tevens kan het voorkomen dat het kindje blauw verkleurt.

Kinkhoest bij een baby kan er voor zorgen dat er een longontsteking ontstaat. Een hevige longontsteking kan zorgen voor ademnood. Hierdoor kan er hersenschade ontstaan doordat diegene te weinig zuurstof krijgt, tevens kan een kindje in zeldzame gevallen ook een hersenbloeding krijgen. Ook kan kinkhoest in hele ernstige gevallen zorgen voor overlijden. (RIVM, 2016, Rijksvaccinatieprogramma, 2018)

Genezing

Kinderen die worden opgenomen in het ziekenhuis krijgen voornamelijk ondersteuning om door het ziekteproces heen te komen. Kinkhoest kan behandeld worden met antibiotica, maar tegen de tijd dat duidelijk is dat het gaat om kinkhoest, is de bacterie vaak al uit het lichaam verdwenen, waardoor behandeling met antibiotica zinloos is. (Rijksvaccinatieprogramma, 2018)

De cijfers

Jaarlijks wordt er zo’n 4000 tot 10.000 keer een melding gemaakt van kinkhoest. De werkelijke cijfers zijn giswerk, want niet iedereen meldt zich bij een dokter met kinkhoest, zeker omdat het bij volwassenen vaak mild verloopt. Elk jaar zijn er zo’n 170 baby’s met kinkhoest. Hiervan worden ongeveer 120 baby’s opgenomen in het ziekenhuis, zo’n 70% dus. Tussen 2005 en 2014 zijn er 5 baby’s overleden aan kinkhoest.

Voordat we met het Rijksvaccinatieprogramma zijn begonnen stierven er ieder jaar zo’n 200 kinderen aan kinkhoest. Sinds 20 jaar lijkt kinkhoest in episodes weer vaker voor te komen dan daarvoor, waarschijnlijk doordat de ziekte gemuteerd is en hierdoor is het vaccin minder effectief. In 2005 is er een ander vaccin geïntroduceerd, maar deze heeft nog niet tot afname van de epidemieën geleid. (RIVM, 2016; Rijksvaccinatieprogramma, 2018; Gezondheidsraad, 2015)

Vaccinatieprogramma

Normaal gezien krijgt een kindje, indien je kiest voor het Rijksvaccinatieprogramma, de eerste vaccinatie tegen kinkhoest rond 6 weken. Hierna volgen er nog 3 in het eerste jaar en nog 1 tje wanneer ze 4 jaar zijn. Pas na de 3e vaccinatie is je kindje optimaal beschermd tegen kinkhoest. De vaccinaties die daarop volgen zijn om ervoor te zorgen dat je kindje langer beschermd is. (RIVM, 2016)

Een vaccin geeft geen levenslange immuniteit. Ook het doormaken van kinkhoest geeft geen levenslange immuniteit. Om goed beschermd te blijven tegen kinkhoest zijn herhalingsvaccins nodig.

Kinkhoestvaccinatie tijdens zwangerschap

De gezondheidsraad heeft de afgelopen jaren gekeken hoe we het kinkhoestcijfer omlaag kunnen krijgen. Op die manier kwam de kinkhoest vaccinatie tijdens de zwangerschap om de hoek kijken. (Gezondheidsraad, 2015)

Op dit moment wordt er gewoon nog gekozen voor het landelijke Rijksvaccinatieprogramma, echter sinds enkele jaren is zichtbaar dat de huidige vaccins minder goed werken. Hierdoor komen er keer op keer epidemieën van kinkhoest naar voren. Kinkhoest is de afgelopen jaren gemuteerd, waardoor het huidige vaccin onvoldoende effectief is. Hierdoor is het aantal gevallen van kinkhoest de afgelopen 20 jaar toe genomen ten opzichte van de jaren daarvoor en automatisch zijn er dan ook meer baby’s met kinkhoest, aangezien zij nu eenmaal (nog) onvoldoende beschermd zijn. (Gezondheidsraad, 2015; Rijksvaccinatieprogramma, 2018; RTL Nieuws, 2014)

De gezondheidsraad is daarom op zoek naar een manier om toch baby’s extra te beschermen en stuitte zo op het vaccineren van zwangere vrouwen.

Wanneer je een zwangere vrouw tussen de 28 en 32 weken zou inenten tegen kinkhoest, gaat ze in de meeste gevallen antistoffen tegen kinkhoest aanmaken. Deze antistoffen komen via de placenta bij het kindje terecht. Op deze manier krijgt het kindje toch al bescherming mee, voordat het mogelijk zelf gevaccineerd wordt en de weerstand toeneemt. Hierdoor worden ze minder snel ziek en mochten ze toch ziek worden, verloopt het minder ernstig.

Volgens onderzoek uit Engeland is de effectiviteit van het vaccin 91%. In de groep waarbij vrouwen tijdens de zwangerschap werden ingeënt, werden er 91% minder baby’s ziek door kinkhoest. (RIVM, 2016)

Geen los vaccin

Er bestaat geen los kinkhoest vaccin. Wanneer je je dus voor kinkhoest wilt laten inenten, wordt je automatisch ook ingeënt voor difterie en tetanus. In sommige gevallen ook voor polio. (Medisch contact, 2017)

Aluminium
In het vaccin zit aluminium, o.a.: aluminiumhydroxide en aluminiumfosfaat. Dit zijn hulpstoffen die aan het vaccin zijn toegevoegd om er voor te zorgen dat dit gemakkelijker bij ons afweersysteem komt. Dit gebeurt al zo’n 80 jaar. Aluminium in vaccins is onderzocht, echter niet op zwangere vrouwen.

Het gaat om maximaal 0,5 mg. In ons eten, water en in de lucht komt van nature al aluminium voor, wat er voor zorgt dat wij als volwassenen zo’n 5-10 mg aluminium per dag binnen krijgen. Het is dus niet meer dan we gebruikelijk binnen krijgen. Ook baby’s krijgen aluminium binnen in kleine hoeveelheden door de navelstreng, in de borstvoeding en in de kunstvoeding. (RIVM, 2016)

De cijfers

Nu, zonder de vaccinatie tijdens de zwangerschap, zijn er zo’n 120 opnames van zuigelingen per jaar. De verwachting van de Gezondheidsraad is dat dit, met vaccin, zal afnemen naar +/- 26 opnames per jaar. Tevens zou hierdoor de sterfte, ook al is deze al gering (5 in 9 jaar), nog verder terug gedrongen kunnen worden. (Gezondheidsraad, 2015)

Wanneer vaccineren?

Vanaf de 28ste zwangerschapsweek en het liefst voor de 38ste zwangerschapsweek. (NHG, 2015)

Waar wordt dit al gedaan?

In een aantal landen worden zwangere vrouwen al geadviseerd zich te laten vaccineren met het kinkhoest vaccin, zoals in België, Amerika, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Spanje en delen van Australië.

Is dit vaccin veilig?

Het vaccin is een geïnactiveerd, ofwel dood, vaccin. Uit onderzoek dat in het Verenigd Koninkrijk is verricht onder 20.000 vrouwen komen geen extra zwangerschapsrisico’s naar voren, zoals een laag geboortegewicht, vroeggeboorte en doodgeboorte. (NHG, 2015)

Uit Amerikaans onderzoek werden ook geen risico’s gevonden op zwangerschapscomplicaties. Dit onderzoek is uitgevoerd onder 120.000 vrouwen. Wel werd er mogelijk een verhoogd risico op een chorioamnionitis (ontstoken vliezen) gevonden (5,6 vs. 6,1%), maar er werden niet meer vroeggeboortes gevonden, terwijl dit het risico is bij ontstoken vliezen.

Bijwerkingen (Lareb, s.a.)

De mogelijke bijwerkingen die op dit moment bekend zijn:

Soms (10-30 op 100)

– Pijn op injectieplaats
– Stijve arm
– Vermoeidheid

– Koorts
– Minder zin in eten
– Griepachtige verschijnselen

Zelden (1-10 op 100)

– Flauwvallen
– Huiduitslag
– Gezwollen lymfeklieren

Zeer zelden (Minder dan 1 op 100)

– Stuipen
– Huilerigheid
– Blauw/rode verkleuring
– Overgevoeligheid

Lange termijn effecten
Hoewel RIVM en de Gezondheidsraad aangeven dat ze verwachten dat er ook op lange termijn geen negatieve effecten van de kinkhoest vaccinatie zichtbaar zullen worden, wordt pas sinds 2011 in de VS (de eerste die dit invoerden) structureel dit vaccin aangeboden, dus zijn er nog weinig tot geen studies over de effecten op lange termijn.

Andere methodes

De gezondheidsraad heeft ook andere methodes bekeken, zoals eerder vaccineren, antistoffen toedienen aan de pasgeborene en vaccinatie voor de zwangerschap, echter is voor deze methodes onvoldoende wetenschappelijk bewijs. (Gezondheidsraad, 2015)

Wel is het belangrijk om kinkhoest tijdig te herkennen, zodat er snel gestart kan worden met een eventuele behandeling. Tevens zijn de standaard hygiëne maatregelen heel belangrijk, zoals goed je handen wassen en niet hoesten nabij je kindje, om zo besmetting kansen te verkleinen.

Hoe kan ik dit vaccin krijgen?

Op dit moment wordt deze vaccinatie nog niet standaard geadviseerd aan zwangeren, aangezien de Staatssecretaris van Volksgezondheid zich nog over dit vraagstuk aan het buigen is. De vaccinatie wordt ook nog niet vergoed, maar kun je wel op eigen kosten (+/- 30 euro) door de GGD laten plaatsen. (GGD Amsterdam, 2018)

Conclusie

Eigenlijk is het dus niets nieuws. We weten al enkele jaren dat kinkhoest aan het muteren is, waardoor het standaard vaccinatieprogramma minder dekkend is dan 20 jaar geleden. Om toch baby’s extra te kunnen beschermen, wordt er nu geadviseerd om zwangere vrouwen te vaccineren tijdens de zwangerschap. Op korte termijn worden er geen negatieve gezondheidsrisico’s gevonden, echter op lange termijn zijn er nog weinig tot geen onderzoeken. 
Informeer goed, weeg de voor- en nadelen tegen elkaar af en maak een geïnformeerde keuze.

baby-was-receiving-his-scheduled-vaccine-injection-in-his-right-thigh-muscle-ie-intramuscular-injection-725x490
Bron: pixnio

Bronnen

Gezondheidsraad (2015)
Gevonden via het internet op 27 maart 2018 via https://www.gezondheidsraad.nl/sites/default/ files/samenvatting_201529_vaccinatie_tegen_kinkhoest_doel_en_strategie.pdf

GGD Amsterdam (2018)
Gevonden op het internet op 27 maart 2018 via http://www.ggd.amsterdam.nl/infectieziekten/ reizigersvaccinatie/kinkhoestvaccinatie/

Medisch contact (2017)
Gevonden op het internet op 27 maart 2018 via https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste- nieuws/artikel/maternale-kinkhoestvaccinatie-kan-al-voor-landelijke-invoering.htm

NHG (2015)
Gevonden op het internet op 27 maart 2018 via https://www.nhg.org/actueel/nieuws/advies- gezondheidsraad-kinkhoestvaccinatie-bij-zwangeren

Lareb (s.a.)
Gevonden op het internet op 27 maart 2018 via wwww.lareb.nl

Rijksvaccinatieprogramma (2018)
Gevonden op het internet op 27 maart 2018 via https://rijksvaccinatieprogramma.nl/ infectieziekten/kinkhoest

RIVM (2016)
Gevonden op het internet op 23 maart 2018 via https://www.rivm.nl/Onderwerpen/V/ vaccinaties_op_maat/Kinkhoestvaccinatie_voor_zwangere_vrouwen#watishet

RTL Nieuws (2014)
Gevonden op het internet op 27 maart 2018 via https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/ vaccin-tegen-kinkhoest-werkt-niet-goed-genoeg

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap

Mogelijk heb je er ooit wel eens over gehoord: een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Wat is het precies en waar moet je op letten?


Wat is een buitenbaarmoederlijke zwangerschap?

Normaal gezien nestelt de bevruchte eicel zich na 4 à 5 dagen in de baarmoeder. Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, ook wel een EUG (extra uteriene graviditeit) genoemd, wil zeggen dat de bevruchte eicel zich niet heeft genesteld in de baarmoeder, maar buiten de baarmoeder. Dit gebeurt bij 1 op de 100 zwangerschappen. In veel gevallen nestelt de bevruchte eicel zich dan in de eileider (95% van de gevallen), maar in een klein aantal gevallen nestelt de bevruchte eicel in de buikholte, in de baarmoederhals of in de eierstok. (Rondom zwanger, s.a.; Freya, 2002)

Hoe ontstaat een EUG?

Wanneer de eicel bevrucht wordt, begint het transport richting de baarmoeder. Wanneer er sprake is van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, is de bevruchte eicel niet aangekomen in de baarmoeder, het transport wordt belemmerd (of bij innesteling in de baarmoederhals: te ver afgedwaald). Dit kan verschillende oorzaken hebben, maar vaak komen we helaas niet achter de oorzaak.

Mogelijke oorzaken (Freya, 2002, Rondom zwanger, s.a.):
– Een (vroegere) ontsteking aan de eileider. Denk hierbij aan Chlamydia. Hierdoor kunnen er verklevingen ontstaan in de eileiders. (Endometriose, s.a.; Rondom zwanger, s.a.)
– Vleesbomen, deze kunnen het transport verstoren.
– Een niet succesvolle sterilisatie van de vrouw.
– Vruchtbaarheidsbehandelingen. Bij IVF/ICSI wordt de embryo in de baarmoeder gebracht, van onderaf, hierdoor kan de embryo makkelijker naar boven transporteren.
– Endometriose
– Een vroegere operatie aan de eileiders (bv. door een al eerdere EUG).
– Een spiraaltje, deze kan zorgen voor ontstekingen aan de eileiders.

Symptomen (Freya, 2002)
Wanneer de bevruchte eicel net is ingenesteld buiten de baarmoeder, merk je vaak nog niets. Pas na een positieve zwangerschapstest, of soms zelfs weken later, beginnen de eerste klachten. De klachten treden meestal op tussen de 5e en de 12e zwangerschapsweek. In de meeste gevallen zo rond 7/8 weken.

De eerste symptomen
Vaak is het eerste symptoom van een EUG licht bloedverlies. Wanneer de innesteling van het vruchtje plaats vindt in bijvoorbeeld de eileider, kan dit er voor zorgen dat er wat bloedverlies optreedt. Daarnaast treedt er vaak pijn op. Het weefsel waarin het vruchtje is ingenesteld wordt uitgerekt, terwijl het hier niet voor bedoeld is. Dit veroorzaakt pijn aan een kant van je buik. Even de symptomen op een rijtje:
– Pijn aan een kant van je buik
– Uitstralende pijn tussen je schouderbladen, naar je rug of bovenbenen.
– Vaginaal bloedverlies
– Loze aandrang voor ontlasting
– Misselijkheid/braken
– Vaginaal onderzoek is pijnlijk, zeker wanneer de baarmoederhals bewogen wordt.
– Neiging tot flauwvallen

Late symptomen
Wanneer de buitenbaarmoederlijke zwangerschap wat langer de tijd heeft gehad om zich te ontwikkelen, kan het zijn dat de eileider ernstig uitrekt en uiteindelijk scheurt. We spreken dan van een acute EUG. Hierdoor komt er veel bloed vrij in de buikholte, soms tot wel 3 liter, wat kan zorgen voor een shock. De symptomen die hierbij optreden zijn als volgt:
– Een snelle, maar zwakke pols
– Ernstig bleek zien, ingevallen gezicht, spitse neus
– Zweten en tegelijkertijd klam en koud aanvoelen
– Een daling van je bloeddruk
– Een harde buik
– Collapsneiging

Diagnose
 (Rondom zwanger, s.a.)
Wanneer je deze symptomen herkent, is het belangrijk om direct je verloskundig zorgverlener te bellen! Zij gaan dan verder kijken om te zien of het gaat om een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Vaak wordt er allereerst een echo gemaakt om te checken of het vruchtje zich in de baarmoeder bevindt. Wanneer dit niet het geval is, wordt er vaak bloed geprikt om te kijken hoe hoog je zwangerschapshormoon (HCG) is.

Hoog HCG

Een hoog HCG en tegelijkertijd geen vruchtje zichtbaar in je baarmoeder, wijst er op dat er sprake is van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.

Laag HCG
Wanneer het HCG (nog) laag is, wordt er nog even afgewacht. Mogelijk is er wel sprake van een EUG, maar is deze nog vroeg in ontwikkeling. Na enkele dagen wordt er nogmaals een echo gemaakt en bloed afgenomen. Er zijn dan 2 mogelijke opties:
1. Het HCG stijgt: Wanneer er met de echo nog altijd geen zwangerschap wordt gevonden in je baarmoeder, lijkt dit op een EUG.
2. Het HCG daalt: Het lijkt erop dat je lichaam de EUG zelf oplost. Ze zullen je bloed in de gaten blijven houden.

Behandeling (Rondom zwanger, s.a.)
Wanneer er werkelijk sprake is van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, moet er iets aan gedaan worden. Een vruchtje kan niet volgroeien op deze plek en kan ook niet verplaatst worden naar een betere plek. Afhankelijk van hoe ver gevorderd de EUG is, wordt er een behandeling geadviseerd.

Laag HCG

Bij een laag HCG is het soms mogelijk om een injectie te krijgen met methotrexaat. Dit middel zorgt er voor dat de EUG wordt opgelost, zonder dat het invloed heeft op eventuele volgende zwangerschappen of op je vruchtbaarheid. Hierna wordt je HCG nog regelmatig bepaald om te kijken of het goed gaat.

Hoog HCG

Wanneer de EUG al verder gevorderd is, is het nodig om een operatie te verrichten. Vaak kan dit doormiddel van een kijk operatie, maar mocht de buitenbaarmoederlijke zwangerschap echt al ver gevorderd zijn en zijn er eventueel buik afwijkingen/verklevingen, dan kan het nodig zijn om een buikoperatie uit te voeren. Op deze manier wordt de EUG verwijdert. Soms is het hierbij nodig om je hele eileider mee te verwijderen.

Conclusie
Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap kan je flink laten schrikken. Een heel erg gewenste zwangerschap, die dan toch afgebroken moet worden, aangezien het kindje daar niet verder zal kunnen ontwikkelen. Mocht je meer informatie willen over de verwerking van een EUG, kijk eens op http://www.freya.nl Herken je de klachten bij jezelf? Schroom niet en bel je verloskundige.

Pregnancy_test_36068237046.jpg
Bron: Wikimedia

Bronnen

Endometriose (s.a.)
Gevonden op het internet op 5 maart 2018 via https://endometriose.nl/endometriose/verklevingen-bij-endometriose/

Freya (2002)
Gevonden op het internet op 5 maart 2018 via https://www.freya.nl/brochures/eug-extra-uteriene-graviditeit-bbz-buitenbaarmoederlijke-zwangerschap/

Rondom zwanger (s.a.)
Gevonden op het internet op 5 maart 2018 via https://www.rondomzwanger.nl/wp-content/uploads/2017/04/dsg-553-buitenbaarmoederlijke-zwangerschapeug-1.pdf

Zwangerschapsvergiftiging

Een zwangerschapsvergiftiging is een van de mogelijke complicaties die kunnen ontstaan tijdens de zwangerschap. Wat is een zwangerschapsvergiftiging? Hoe ontstaat het? En kunnen we het voorkomen?



Wat is een zwangerschapsvergiftiging?
Bij 1 op de 10 zwangeren ontstaat tijdens de zwangerschap een hoge bloeddruk (hypertensie). We spreken van een zwangerschapshypertensie wanneer je herhaaldelijk een bovendruk hebt van meer dan 140 mmHg en/of een onderdruk van meer dan 90 mmHg, terwijl je voordien een normale bloeddruk had. Wanneer je een hoge bloeddruk (of een ernstig oplopende bloeddruk) hebt en daarbij ook eiwitten in je urine, spreken we van een zwangerschapsvergiftiging ofwel een pre-eclampsie. Een milde vorm van pre-eclampsie, komt voor bij 50 op de 1000 vrouwen. Een ernstige vorm komt voor bij 5 op de 1000 vrouwen. (HELLP, 2017; NVOG, 2011)

Een milde pre-eclampsie houdt in dat er een bloeddruk is waarbij de bovendruk ≥140 mmHg is en de onderdruk < 110 mmHg en dat er geen klachten zijn.
Een ernstige pre-ecwampsie houdt in dat de bovendruk ≥160 mmHg is, of er een onderdruk is van ≥110 mmHg, of dat er klachten zijn, of dat er veel eiwitten in je urine zitten (> 5 gram per 24 uur). (NVOG, 2011)

Wanneer je ook stuipen krijgt, spreken we van een eclampsie.



Hoe ontstaat een zwangerschapsvergiftiging?
Een zwangerschapsvergiftiging ontstaat na de 20ste week van de zwangerschap. Hoewel we al heel lang weten dat deze complicatie kan ontstaan tijdens de zwangerschap (al sinds het oude Griekse rijk), weten we nog niet precies hoe dit kan ontstaan. Wel weten we dat de placenta een grote rol speelt in het ontstaan, aangezien het na de geboorte van de placenta weer verdwijnt. (Post Uiterweer, Veerbeek & Franx, 2015) Tevens heeft de erfelijke aanleg en het afweersysteem er waarschijnlijk ook mee te maken. (Isala, 2017)

Klachten

Soms ontstaan een zwangerschapsvergiftiging zonder klachten, maar vaak komen er ook klachten bij kijken. Typische klachten voor een zwangerschapsvergiftiging zijn (Isala, 2017):
– Oedeem (enkels, handen en gezicht)
– Bandgevoel rondom buik en/of hoofd
– Hoofdpijn
– Tintelende vingers (door het vocht vasthouden)
– Misselijkheid, braken
– Visusstoornissen: sterretjes zien, lichtflitsen, wazig zien
– Pijn tussen de schouderbladen
– Eiwitten in de urine (proteïnurie)



Diagnose
Wanneer je een verhoogde bloeddruk hebt, wordt je urine gecontroleerd op eiwitten. Ook wanneer je een oplopende bloeddruk hebt, kan je urine gecontroleerd worden. Wanneer deze aanwezig zijn en/of je hebt klachten die mogelijk gelinkt kunnen worden aan een pre-eclampsie, zal je verloskundige je doorverwijzen naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis wordt nogmaals je bloeddruk gecontroleerd, je urine gecheckt, de conditie van je kindje beoordeeld en tevens wordt er bloed afgenomen waarin de hoeveelheid bloedplaatjes wordt gecheckt en je lever- en nierfuncties worden beoordeeld. Wanneer je opnieuw een hoge bloeddruk heb, eiwitten in je urine en ook afwijkende bloedwaarden, lijkt het erop dat je een zwangerschapsvergiftiging hebt. Op deze manier kan de diagnose gesteld worden. (Erasmuc MC, s.a.)

Gevaarlijk? (Erasmus MC, s.a.)
Een hoge bloeddruk geeft meer kans op complicaties tijdens de zwangerschap.
1. Door de hoge bloeddruk kan de bloedtoevoer naar de placenta afnemen. Hierdoor krijgt je kindje minder voedingsstoffen en zuurstof, waardoor de conditie achteruit kan gaan en de groei kan achterblijven. Meestal gebeurt dit niet bij een licht verhoogde bloeddruk, maar bij een ernstig verhoogde bloeddruk kan dit wel gebeuren (bijvoorbeeld bij een onderdruk van 120 mmHg). Hierdoor kan het nodig zijn om het kindje eerder geboren te laten worden, waardoor het kindje ook de risico’s van prematuriteit mee krijgt.
2. Een zwangerschapsvergiftiging kan er bij moeder voor zorgen dat haar nieren en lever minder goed gaan functioneren.
3. Een zwangerschapsvergiftiging kan uitmonden in stuipen bij moeder.

Verhoogde kans (HELLP, 2017; KNOV, 2013)
Je kunt niet van te voren voorspellen of je een zwangerschapsvergiftiging krijgt, maar er zijn wel redenen waardoor je een hogere kans kunt hebben:
– Overgewicht (BMI >35 risico x 4)
– Diabetes
– Hart- en vaatziekten
– Meerlingzwangerschap
– Nierziektes
– Sommige auto-immuunziektes
– Boven de 40 (risico verdubbeld)
– Eerste zwangerschap
– Wanneer je moeder en/of zus een ernstige hoge bloeddruk hadden tijdens hun zwangerschap (risico x 5)



Voorkomen
Er is nog geen bewezen methode gevonden waarmee we een zwangerschapsvergiftiging kunnen voorkomen, maar er zijn wel theorieën die aangeven dat bepaalde supplementen de kans zouden kunnen verkleinen.

1. Calcium
Mogelijk zou calcium een beschermd effect (kans neemt 50% af) kunnen hebben tegen een zwangerschapsvergiftiging. Het is dus belangrijk om voldoende (1 gram per dag) calcium binnen te krijgen per dag. Indien je dit niet krijgt, kan het helpen om calcium bij te nemen (max. 2,5 gram per dag) (KNOV, 2016; Voedingscentrum, s.a.)

2. Magnesium
Mogelijk zou magnesium er voor kunnen zorgen dat de kan op een zwangerschapsvergiftiging met 50% afneemt. (Altman et al, 2002)

3. Vitamine D
Ook vitamine D zou een mogelijk effect kunnen hebben op zwangerschapsvergiftiging. Wanneer je veel vitamine D in je bloed hebt, zou je 4 x zo kleine kans kunnen hebben op pre-eclampsie. (Haugen et al, 2009; Baker et al, 2010)

Conclusie
Zwangerschapsvergiftiging is een mogelijke complicatie tijdens de zwangerschap. Een nare complicatie, die we graag zouden willen voorkomen. Hoewel er nog niets echt bewezen is, kunnen bepaalde supplementen mogelijk de kans wel verkleinen.

pregnant-2635034_1920.jpg
Bron: Pixabay Daniel Reche

Bronnen
Altman, D., Carroli, G., Duley, L., Farell, B., Moodley, J., Neilson, J., & Smith, D. (2011). Do women with pre-eclampsia, and their babies, benefit from magnesium sulphate? The Magpie Trial: a randomised placebo-controlled trial. Lancet, 359(9321), 1877-90.

Baker, A., Haeri, S., Camargo, C.A., Espinola, J.A., & Stuebe, A.M. (2010). A nested case-control study of midgestation vitamin D deficiency and risk of severe preeclampsia.The Journal of Endocrinology en Metabolism, 95(11), 5105-9.

Erasmuc MC (s.a.)
Gevonden op het internet op 1 februari 2018 via https://www.erasmusmc.nl/cs-patientenzorg/2419534/2419543/100560/218980/5843431-02_07aiPre-eclampsi1.pdf

Haugen, M., Brantsaeter, A.L., Trogstad, L., Alexander, J., Roth, C., Magnus, P., & Meltzer, H.M. (2009) Vitamin D supplementation and reduced risk of preeclampsia in nulliparous women. Epidemiology, 20(5), 720-6.

HELLP (2017)
Gevonden op het internet op 23 januari 2018 via https://www.hellp.nl/wat-is-hellppe/

Isala (2017)
Gevonden op het internet op 23 januari 2018 via https://www.isala.nl/patienten/folders/5004-pre-eclampsie

KNOV (2013)
Gevonden op het internet op 1 februari 2018 via https://www.knov.nl/serve/file/knov.nl/knov_downloads/971/file/Evidencetabel_risicofactoren_met_referenties.pdf

KNOV (2016)
Gevonden op het internet op 1 februari 2018 via https://www.knov.nl/actueel-overzicht/nieuws-overzicht/detail/advies-over-calciumgebruik-om-zwangerschapsvergiftiging-te-voorkomen/1798

NVOG (2011)
Gevonden op het internet op 23 januari 2018 via http://nvog-documenten.nl/uploaded/docs/Hypertensieve%20aandoeningen%20in%20de%20zwangerschap.pdf

Post Uiterweer, E.D., Verbeek, J.H.W., & Franx, A. (2015) Pre-eclampsie. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde, 122, 79-83.

Voedingscentrum (s.a.)
Gevonden op het internet op 1 februari 2018 via http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/calcium.aspx

Kamille

Tijdens de zwangerschap, bevalling of in het kraambed raad ik regelmatig kamille aan. Maar waarvoor kun je het allemaal gebruiken? Je komt kamille regelmatig tegen in mijn blogs, maar een lijstje met de verschillende indicaties bij elkaar is ook wel handig!

Wat is kamille?
Kamille is een plantje wat vaak wordt gebruikt als kruidenmiddel. Kamille heeft van zichzelf een ontspannend en kalmerend effect op de maag en de darmen. Bovendien werkt kamille remmend tegen ontstekingen en werkt het ontsmettend. Zo kun je het bij veel verschillende indicaties gebruiken. Kamille is verkrijgbaar in verschillende soorten: lippenbalsem, zalf, spray, thee, etc. (Apotheek, s.a.)

Indicaties zwangerschap

Aambeien
Aambeien zijn uitgezakte zwellichamen. Hier kun je veel klachten van hebben, zoals jeuk en pijn.
Een badje van kamille werkt kalmerend en verzacht de jeuk. Tevens kun je een gebruikt kamilletheezakje tegen de aambeien aanleggen. (Gezonder leven, s.a.; Verhelst, 2010)

Blaasontsteking

Aangezien kamillethee ontstekingsremmend en tevens kalmerend werkt, kan het ook helpen om kamillethee te drinken (1 L per dag) wanneer je last hebt van een blaasontsteking. (Groene vrouw, 2013)

Brandend maagzuur
Een heel vervelend kwaaltje tijdens je zwangerschap: brandend maagzuur. Wanneer je hier veel last van hebt kan het helpen om kamillethee te drinken. Kamillethee werkt verzachtend voor je maag. (Verhelst, 2010)

Vaginale infectie
Een vaginale infectie kan heel vervelend zijn! Een badje van kamillethee kan helpen om de ontsteking sneller te verhelpen en tevens het genitale gebied te verzachten. (Verhelst, 2010)

Slaapproblemen
Kamille werkt rustgevend en kan er voor zorgen dat je beter kunt slapen. (Groene vrouw, 2013)

Spanning
Kamillethee werkt rustgevend en zorgt ervoor dat hevige emoties wat kalmeren. Daarom kan kamillethee ook veel goed doen wanneer je last hebt van nachtmerries, stress, spanning of angst. (Verhelst, 2010; Apotheek, s.a.)

Indicaties bevalling

Spanning
Ook tijdens je bevalling kun je soms veel spanning ervaren, met daardoor mogelijk een hogere spierspanning en een ongunstiger verloop van je bevalling. Het drinken van kamillethee tijdens je bevalling kan er voor zorgen dat je kalmer bent. (Verhelst, 2010)

Indicaties kraambed

Aambeien
Ook na de bevalling kun je last krijgen van aambeien, doordat er veel druk op je rectum heeft gestaan tijdens het persen. Om de klachten te verminderen kun je een nat kamilletheezakje tegen de aambeien aanleggen of kun je een kamillebadje nemen. (Gezonder leven, s.a., Verhelst, 2010)

Darmkrampjes
Hoe normaal ook, voor kindjes zijn darmkrampen heel vervelend. Door het maken van een kamillekompres kunnen de klachten verminderen: Een katoenen washandje insmeren met kamilleolie. Dit washandje verwarmen tussen 2 kruiken. Dit washandje op de buik van je kindje leggen en daar een hydrofiele luier overheen. (Scheffers, van Mullem & Riezebos, 2014)

Luieruitslag
Kamilleolie kun je gebruiken bij luieruitslag om de huid te kalmeren en te verzachten. (Verhelst, 2010; Apotheek, s.a.)

Naweeën
Het genoemde kamillekompres bij darmkrampjes, kan ook verlichting bieden bij naweeën!

Spoelen knip/ruptuur
Door de ontstekingsremmende en verzachtende werking kun je kamille ook goed gebruiken bij het verzorgen van je ruptuur of knip. Zet hiervoor kamillethee en laat het lauw worden. Je kunt dit bijvoorbeeld in een bidon stoppen en hiermee spoelen na een toiletbezoek. (Scheffers-Bosch, van Mullem & Riezebos – van der Veen, 2014; Verhelst, 2010)

Stuwing
Hoewel stuwing een teken is van de melkproductie, is het niet altijd even prettig. Voor een kalmerend- en een ontstekingsremmend effect kan het helpen om een warme kamillekompres op je borsten te leggen. Druppel wat kamilleolie op een hydrofiel washandje en warm deze op of maak kamillethee en week een hydrofiel washandje hierin voordat je het op je borst legt. Warmte is sowieso belangrijk bij stuwing, om de melk makkelijker te laten stromen. (Eurolac, 2010)

Bijwerkingen
Er zijn geen bijwerkingen bekend van te veel kamille. Wel zou je er allergisch voor kunnen zijn, wat kan resulteren in jeukende huiduitslag. (Apotheek, s.a.)

Conclusie
Kamille kun je dus voor heel veel indicaties gebruiken. Dit is vast nog geen compleet lijstje, dus mocht je nog een andere indicatie weten voor tijdens de zwangerschap, de bevalling of nadien, hoor ik het graag!

chamomile-829220_960_720
Bron: pixabay

Bronnen
Apotheek (s.a.)
Gevonden op het internet op 3 januari 2018 via http://www.apotheek.nl/medicijnen/kamille#belangrijk-om-te-weten-over-kamille

Eurolac (2010)
Gevonden op het internet op 3 januari 2018 via https://www.eurolac.net/hulpmiddelen-en-technieken-bij-verstopte-melkkanalen-en-borstontsteking/

Gezonder leven (s.a.)
Gevonden op het internet op 3 januari 2018 via https://gezonderleven.com/behandel-aambeien-op-natuurlijke-wijze/

Groene vrouw (2013)
Gevonden op het internet op 3 januari 2018 via https://groenevrouw.nl/wat-een-gezeik-natuurlijke-oplossingen-bij-blaasontsteking-2/

Scheffer, K., van Mullen, L., & Riezebos, P. (2014) Wat maakt Natuurlijke Kraamzorg zo anders? https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&cad=rja&uact=8&ved=0CCEQFjAAahUKEwi73fyehITJAhUDcHIKHSWlCSs&url=http%3A%2F%2Fnatuurlijkekraamzorg.eu%2Fwp-content%2Fuploads%2F2014%2F11%2Fscriptie_kim__laura_en_paulien_natuurlijke_kraamzorg_2014.pdf&usg=AFQjCNESJHaAXiQLroJ9PvPb13LVHj_qxA&sig2=Vk2a4Q6QWjSqTCPSj8p5yg

Verhelst, G. (2010). Groot handboek geneeskrachtige planten. Wevelgem: BVBA.

Vitamine K 2.0

Wanneer je net bevallen bent, krijgt je kindje vrijwel direct vitamine K toegediend. Vaak wordt dit tussen neus en lippen door nog even aan de ouders verteld, maar om toestemming wordt er eigenlijk nooit gevraagd. Op deze manier zijn ouders er dus van overtuigd dat dit hoort. Elke pasgeborene in Nederland en in vele andere landen, krijgt dit direct na de geboorte. Wanneer je kindje borstvoeding krijgt, is het advies ook om extra vitamine K toe te dienen gedurende de eerste 3 maanden. Maar waarom is dit eigenlijk? En misschien wel het belangrijkste: is dit echt nodig?

Wat is vitamine K?
Vitamine K is een vetoplosbaar vitamine dat bestaat uit 2 varianten: vitamine K1 en vitamine K2. Vitamine K1 komt voor in plantaardige voedingsmiddelen, zoals groene bladgroenten en sommige oliën. Ook is dit de vorm die voorkomt in supplementen. Vitamine K2 wordt aangemaakt door bacteriën in je darmen en komt voor in gefermenteerde producten. Beide hebben dezelfde werking: ondersteunen van de bloedstolling. Mogelijk spelen ze ook een rol bij de aanmaak van botten. (Voedingscentrum, s.a.; Gezondheidsraad, 2010)

Vitamine K direct na de geboorte
Direct na de bevalling krijgt elke pasgeborene, volgens de protocollen, vitamine K toegediend.

Waarom?
Omdat elk kindje met te weinig vitamine K geboren zou worden. Wanneer ze geen extra vitamine K toegediend zouden krijgen, zouden ze een groter risico hebben op een ernstige, inwendige bloeding. (Voedingscentrum, s.a.)

Hoe komt dit? (Voedingscentrum, s.a.; Dors, Peters, Smiers & van Ommen, 2008)
Elk kindje zou geboren worden met een laag vitamine K gehalte. Dit zou komen door 2 factoren:
1. Vitamine K komt in zeer kleine concentraties via de placenta bij het kindje.
2. Het kindje heeft nog onvoldoende darmbacteriën, waardoor er nog onvoldoende vitamine K wordt aangemaakt.

Overweging
We gaan er dus vanuit dat elke pasgeborene geboren wordt met te weinig vitamine K in het bloed. Een foutje van de natuur? Of is dit gewoon normaal? Hoe kunnen we spreken van een te laag vitamine K gehalte bij een pasgeborene? Om te spreken van een ‘te laag’ zou je ook een ‘normaalwaarde’ moeten hebben, maar geen enkel kindje blijkt dit te hebben.

Vitamine K en voeding
Het blijft niet enkel bij een toediening direct na de bevalling. Het advies is ook om bij borstvoeding (na de eerste week) dagelijks oraal vitamine K toe te dienen.

Waarom?
Aangezien er slechts een lage concentratie vitamine K in borstvoeding zit. (Gezondheidsraad, 2017)

Hoe komt dit?
De natuur.

Overweging
Moeder natuur heeft er blijkbaar voor gezorgd dat ook in borstvoeding een lage concentratie vitamine K voorkomt. Is dit dan een foutje en moeten we dit herstellen door vitamine K bij te geven, of is dit juist de bedoeling?

Vitamine K en Flesvoeding
Wanneer je kindje flesvoeding krijgt, krijgt je kindje al extra vitamine K binnen. Aan de flesvoeding is vitamine K toegevoegd.

Verhoogd risico
Voldoende over de gezonde pasgeborene die vitamine K bij krijgt. Er zijn natuurlijk ook redenen waarom een kindje wel degelijk een verhoogd risico heeft op een inwendige bloeding.

1. Een niet fysiologische bevalling
Wanneer een kindje geboren wordt na een gemedicaliseerde bevalling is er een verhoogd risico op een inwendige bloeding. Denk hierbij aan een kunstverlossing. Na een vacuüm is de kans op een subdurale- of hersenbloeding 2,7 x zo hoog als na een normale bevalling. Na een tangverlossing 3,3 x zo hoog en na een keizersnede 2,3 x zo hoog. (NVOG, 2005)
Er is ook kans op een bloeding na een microbloedonderzoek (bloedafname van het hoofd van het kindje): kans op een complicatie is 0,4-6%. Met complicatie wordt bedoeld: infectie of bloeding. (NVOG, 2014)

De kans is ook verhoogd wanneer je kindje prematuur geboren wordt.
Mogelijk is de kans ook wel hoger op een bloeding na het snel doorknippen van de navelstreng. Mogelijk wordt er hierdoor minder vitamine K door het kindje opgenomen uit het navelstrengbloed, waardoor er meer kans is op een bloeding.
En denk bijvoorbeeld aan antibiotica tijdens de bevalling. Deze beïnvloedt de darmfunctie van het kindje, mogelijk hierdoor ook wel de aanmaak van vitamine K. (Rouw-Timmer & de Jonge, 1985)

2. Galgang atresie
Sommige pasgeborene worden geboren met galgangatresie. Dit is een aandoening waarbij de vetopname verstoord is en dus ook de opname van vitamine K. Zij hebben een hoger risico op  inwendige bloedingen. En deze kindjes, zijn de reden waarom we élk kindje extra vitamine K geven na de geboorte en niet enkel de kindjes met een verhoogd risico. Galgang atresie wordt namelijk vaak pas laat ontdekt en van deze kindjes krijgt zo’n 82% een late bloeding. (Gezondheidsraad, 2017) Echter is galgang atresie een hele zeldzame aandoening en worden er gemiddeld zo’n 10 kindjes per jaar mee geboren. Dit wil zeggen ongeveer 1 op de 5000 kindjes wordt geboren met een galgang atresie. (Maag Lever Darmstichting, s.a.; Gezondheidsraad, 2017)

3. Andere (lever)ziektes
Soms worden er ook kindjes geboren met een andere (lever)ziekte die op latere leeftijd pas wordt ontdekt. Ook deze kindjes zouden een groter risico op een bloeding kunnen hebben.

Vroege, klassieke en late bloedingen
Er zijn 3 verschillende soorten bloedingen.

De vroege bloeding
De vroege bloeding vindt plaats binnen 24 uur na de bevalling. Deze worden meestal veroorzaakt door medicatie gebruikt door de moeder tijdens de zwangerschap, bijvoorbeeld antibiotica, medicatie tegen epilepsie of antistollingsmedicatie. Deze medicatie belemmert de vitamine K metabolisatie. Van alle kinderen zonder vitamine K profylaxe krijgt <5% een vroege bloeding in groepen met een groot risico. (Dors, Peters, Smiers & van Ommen, 2008)

De klassieke bloeding
De klassieke bloeding vindt plaats tussen dag 1 en dag 7 postpartum. Deze bloeding ontstaat mogelijk doordat er te weinig vitamine K in de borstvoeding zou zitten of doordat het kindje nog te weinig voeding binnen krijgt. Van alle kindjes die geen vitamine K profylaxe krijgen, krijgt 0,01 tot 1,5% een klassieke bloeding. (Dors, Peters, Smiers & van Ommen, 2008)

De late bloeding
Deze bloeding vindt plaats 2 weken tot 6 maanden na de geboorte. Deze bloedingen ontstaan mogelijk doordat er te weinig vitamine K in borstvoeding zou zitten of doordat het kindje vitamine K slecht kan opnemen. Deze vindt in tegenstelling tot de vroege en de klassieke bloeding, vaak in de hersenen plaats. Hierdoor kan het kindje ernstige schade oplopen of zelfs door de bloeding overlijden. Van alle kindjes die geen vitamine K profylaxe krijgen, krijgt 0,00004% – 0,001% een late bloeding. (Gezondheidsraad, 2017; Dors, Peters, Smiers & van Ommen, 2008)

Het huidige advies
Het huidige advies is dus om élke pasgeborene, ongeacht de voorgeschiedenis, de risicofactoren (zoals medicatie bij moeder) en de bevalling, oraal vitamine K toe te dienen na de bevalling en, indien het kindje borstvoeding krijgt, een extra supplement per dag, na de eerste week, tot het kindje 3 maanden oud is.

Waarom?
Uiteraard kan het elk kindje overkomen, een bloeding.
Echter na een medicamenteuze bevalling is de kans groter en wanneer je kindje een galgang atresie zou hebben is de kans zelfs erg groot.

Cijfers
Uit onderzoek (Von Kries & Hanawa, 1993) is gebleken dat dat van alle kindjes die geen vitamine K krijgen toegediend na de geboorte, 1 op de 10.000 tot 1 op de 25.000 een bloeding krijgt. Hierbij gaat het dus ook om kindjes na een medicamenteuze bevalling en kindjes met een galgangatresie. Helaas zijn er geen cijfers die volkomen fysiologische (thuis) bevallingen mee vergelijken.
Van de kindjes met galgang atresie krijgt zo’n 82% een bloeding (+/- 8 kindjes per jaar). Echter is dit onderzocht na toediening van orale vitamine K (25 microgram per dag). Zij kregen dus zelfs een bloeding wanneer ze al vitamine K bijkregen. (Gezondheidsraad, 2017)

Na toediening van orale vitamine K (125 microgram per dag) aan alle pasgeborene, halveert de kans op een bloeding bij de gehele populatie: 1 op 20.000 – 1 op de 50.000.
Voor kindjes met galgang atresie blijft de kans gelijk 82%, na toediening va 125 microgram i.p.v. 25 microgram.

Huidige beleid vs. Mogelijke nieuw beleid
Het huidige beleid houdt in dat elk kindje na de geboorte oraal vitamine K toegediend krijgt. Dit werkt voldoende om het risico op een vroege of klassieke bloeding te verminderen. Echter late bloedingen verminderden wel in de gehele populatie, maar niet in de risicogroep, de kindjes met galgang atresie. (Gezondheidsraad, 2017) De gezondheidsraad wil dat we overgaan op intramusculaire toediening (toediening met een naald in de spier van de pasgeborene, zoals bij een vaccinatie). Hierna is er geen suppletie meer nodig na een week postpartum en blijft het dus bij de intramusculaire toediening. (KNOV, 2017)

Waarom?
De hoog risico kindjes (met een galgang atresie) nemen vitamine K minder op uit de darmen. Wanneer er dus oraal vitamine K wordt toegediend, nemen ze alsnog weinig op. Intramusculaire toediening omzeilt dit probleem.

Overweging
De gezondheidsraad wil dus dat straks alle pasgeborene intramusculair vitamine K krijgen, zodat er 2 tot 5 late bloedingen per jaar voorkomen worden. Intramusculaire toediening van vitamine K brengt ook risico’s met zich mee. Zo zijn er risico’s op bijwerkingen zoals irritatie van de prikplaats, een ontsteking of weefselschade. Aangezien bijwerkingen slechts zelden worden gemeld, weten we niet hoe groot het risico hierop precies is. Tevens zorgt een intramusculaire toediening direct voor pijn bij de pasgeborene. Ouders zullen sowieso de mogelijkheid krijgen om de intramusculaire injectie te weigeren en te kiezen voor orale toediening. (Gezondheidsraad, 2017)

Risico’s van vitamine K
In het verleden zijn er studies gepubliceerd die een mogelijk verband zagen tussen toediening van vitamine K aan pasgeborene en leukemie op latere leeftijd. Echter zijn deze studies niet geheel betrouwbaar, aangezien de gegevens pas achteraf werden verzameld. Later zijn er nog enkele studies gedaan, die geen bewijs vinden van dit mogelijk verband. (Gezondheidsraad, 2017; Wickham, 2001; Parker et al, 1998; Fear et al, 2003)

Tot op heden lijkt het zo te zijn dat een hoge concentratie vitamine K bij pasgeborene geen nevenbevindingen heeft, echter zal hier nog meer onderzoek naar gedaan moeten worden.

Conclusie
Het is belangrijk dat elke ouder eerlijke informatie krijgt en er dan zelf een weloverwogen beslissing over kan maken of zijn of haar kind vitamine K toegediend krijgt of niet.

37404013592_c5041fc0e3_o
Bron: Jaro Laros @Flickr



Bronnen
Dors, N., Peters, M., Smiers, F.J., & van Ommen, C.H. (2008) Bloedingen bij zuigelingen: denk altijd aan vitamine K deficiëntie, ondanks profylaxe. Nederlands Tijdschrift voor Hematologie, 5(1), 32-35.

Fear, N.T., Roman, E., Ansell, P., Simpson, J., Day, N., Eden, O.B., et al. (2003) Vitamin K and childhood cancer: a report from the United Kingdom Childhood Cancer Study. British Journal of Cancer, 89(7), 1228-31.

Gezondheidsraad (2010)
Gevonden op het internet op 9 november 2017 via https://www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/201011%20vitamine%20K.pdf
Gezondheidsraad (2017)
Gevonden op het internet op 9 november 2017 via https://www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/grpublication/201704_vitamine_k_bij_zuigelingen.pdf

KNOV (2017)
Gevonden op het internet op 20 november 2017 via https://www.knov.nl/actueel-overzicht/nieuws-overzicht/detail/gezondheidsraad-brengt-nieuw-vitamine-k-advies-uit/2070
MLDS (s.a.)
Gevonden op het internet op 9 november 2017 via https://www.mlds.nl/ziekten/galgangatresie/

NVOG (2005)
Gevonden op het internet op 9 november 2017 via http://nvog-documenten.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=24105&richtlijn_id=504

NVOG (2014)
Gevonden op het internet op 20 november 2017 via https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=3&cad=rja&uact=8&ved=0ahUKEwjd8PeL68zXAhUqKcAKHVa1AFkQFggzMAI&url=http%3A%2F%2Fnvog-documenten.nl%2Fuploaded%2Fdocs%2FNVOG%2520richtlijn%2520foetale%2520bewaking%252019-05-2014%25202.0(2).pdf&usg=AOvVaw0ZqT0g7FDkiIWnAHclhnqu
Parker, L., Cole, M., Craft, A.W., et al. (1998) Neonatal vitamin K administration and childhood cancer in the north of England. British Medical Journal, 316, 189-93.

Rouw – Timmer, E.C.J. & de Jonge, G.A. (1985) Bloedingen in de eerste levensweken en vitamine K profylaxe. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 130(11).

Voedingscentrum (s.a.)
Gevonden op het internet op 9 december 2014 via http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-k.aspx

Von Kries, R., & Hanawa, Y. (1993) Neonatal vitamin K prophylaxis. Report of scientific and standardization subcomittee on perinatal haemostasis. Thrombosis and Haemostasis, 69, 293-95.

Wickham, S. (2001) Vitamine K: A flaw in the blueprint? Midwifery Today, 56, 39-41. http://sarawickham.com/wp-content/uploads/2011/10/a1-vitamin-k-a-flaw-in-the-blueprint2.pdf

Jeuk tijdens de zwangerschap

Het komt veel voor tijdens de zwangerschap: jeuk (zonder huiduitslag). Vervelend! Een van de meest voorkomende zwangerschapskwaaltjes, namelijk 1 op de 5 vrouwen krijgt last van een vorm van jeuk. Het kan op elk moment tijdens de zwangerschap komen opzetten, maar meestal begint het tijdens het laatste trimester. Waar moet je op letten als je jeuk hebt en wat kun je er tegen doen?

Ontstaan van jeuk
Hoewel zwangerschapsjeuk veel voorkomt, is het nog niet geheel duidelijk waar dit door veroorzaakt wordt. Een van de mogelijke oorzaken schuilt zich in de lever. Doordat je hormoonspiegel compleet verandert tijdens je zwangerschap, wordt je lever flink belast. Hierdoor laat de lever meer galzure zouten door in je bloed, waardoor er jeuk kan ontstaan. Deze jeuk kan voorkomen op handpalmen en voetzolen, op je buik, maar ook op je hele lichaam. (Albert Schweitzer Ziekenhuis, 2017)

Zwangerschapscholestase
Veel vormen van jeuk zijn onschuldig, maar niet allemaal. Bijvoorbeeld wanneer je last hebt van zwangerschapscholestase.

Zwangerschapscholestase komt voor bij 0,1 tot 2% van alle zwangeren in Europa. (NVOG, 2011)
Bij deze aandoening hoopt gal op in je lever. Normaal gezien gaat gal via gangen vanuit de lever naar de galblaas. Tijdens de zwangerschap kan het voorkomen dat veel trager gebeurt, waardoor er een galophoping ontstaat in de lever. In gal zitten zuren. Deze zuren zijn er om te helpen met het verteren van vet eten. Wanneer gal blijft staan in de lever, kunnen deze zuren in het bloed terecht komen. De galzure zouten in je bloed zijn verhoogd. Deze galzuren zouten komen ook via de placenta bij je kindje terecht. (Radboud UMC, s.a.) Wanneer deze galzuren zouten erg hoog zijn en er niets aan gedaan wordt, is er kans op risico’s voor het kindje, zoals: vroeggeboorte, meconiumhoudend vruchtwater en mogelijks zelfs overlijden. (NVOG, 2011; Radboud UMC, s.a.) Wanneer er sprake is van een bewezen zwangerschapscholestase is het advies om te starten met medicatie en soms een inleiding. Hierdoor nemen de risico’s af. (NVOG, 2011; Albert Schweitzer Ziekenhuis, 2017)

Jeuk is het meest voorkomende symptoom van zwangerschapscholestase. Vaak begint dit ’s nachts en voornamelijk op de handpalmen en voetzolen. Het kan echter ook op heel het lichaam voorkomen. Tevens kan het voorkomen dat je ook overdag last hebt van deze jeuk, maar dan wordt de jeuk vaak ’s nachts nóg erger. Deze jeuk treedt op zonder huidafwijkingen (behalve de mogelijke krabwondjes). Andere (mogelijke) symptomen: geel zien, donkere urine, ontkleurde en/of vette ontlasting, een naar gevoel rechtsboven in je buik. (NVOG, 2011; Radboud UMC, s.a)

Heb je veel last van jeuk? Trek altijd even aan de bel bij je zorgverlener. Zij kunnen met je meekijken of het nodig is om bloedonderzoek te doen om je galzure zouten te bepalen. (NVOG, 2011)

Onschuldig
Aangezien zwangerschapscholestase niet veel voor komt, maar de jeuk wel, is in de meeste gevallen de jeuk dus, gelukkig, volkomen onschuldig. Wel wordt de jeuk hoogstwaarschijnlijk nog steeds veroorzaakt door je lever. Hier gaat het dus om jeuk zonder huiduitslag (uitgezonderd krabwondjes). Als je wel last hebt van huiduitslag, komt daar waarschijnlijk de oorzaak vandaan. Laat de huiduitslag altijd even zien aan je zorgverlener, zodat zij met je kunnen uitzoeken waar het vandaan komt. (Albert Schweitzer ziekenhuis, 2017)

Om je lever wat te ontzien zijn er tips die je kunt toepassen (Albert Schweitzer Ziekenhuis, 2017):
1. Drink voldoende, minimaal 2 liter water per dag.
Zo kan je lichaam afvalstoffen beter afvoeren.
2. Probeer zout en suiker gebruik te beperken.
3. Probeer vet te beperken tot max. 20 gram per dag.
4. Vermijd koffie, thee (behalve kruidenthee), cacao en tabak.

Advies
Wanneer bovenstaande tips onvoldoende helpen om de jeuk te verminderen, hebben we nog andere tips achter de hand. Dit zijn tips om het symptoom aan te pakken in plaats van de oorzaak.
Na de bevalling is de jeuk snel weer verdwenen. (De verloskundige, s.a.;
1. Draag ademende kleding.
2. Niet krabben! (Houd je nagels kort)
3. Gebruik ijskompresen om de plek van de jeuk
4. Wisselbaden: warm – koud afwisselen. Eindig hierbij altijd met koud water.
5. Mentholgel/zalf/poeder
6. Calendulazalf
7. Een bad met havermout
8. Niet wisselen van wasmiddel en gebruik Ph neutraal wasmiddel
9. Let goed op gezonde voeding.
10. Een halve aardappel gebruiken om je huid in te smeren.

Wanneer je huiduitslag hebt: neem contact op met je zorgverlener.
Hevige jeuk ’s nachts/gedurende de hele dag, op handen/voetzolen of heel je lichaam: neem contact op met je zorgverlener.

Conclusie
Jeuk tijdens de zwangerschap komt heel vaak voor. In de meeste gevallen is dit volkomen normaal en verdwijnt dit na de bevalling weer snel. Je kunt dan proberen om je lever wat te ondersteunen en je kunt proberen de jeuk met tips te verminderen. Helaas is jeuk niet altijd onschuldig. Mocht je merken dat dit heel hevig aanwezig is, bel dan altijd je zorgverlener.

pregnant-2021797_960_720.jpg
Bron: Contato1034 @Pixabay

Bronnen
Albert Schweitzer Ziekenhuis (2017)
Gevonden op het internet op 9 november 2017 via https://www.asz.nl/patienten/patientenvoorlichting/folders/Jeuk/jeuk-tijdens-de-zwangerschap.pdf
De verloskundige (s.a.)
Gevonden op het internet op 9 november 2017 via
http://deverloskundige.nl/zwangerschap/subtekstpagina/204/jeuk/

Livive (s.a.)
Gevonden op het internet op 9 november 2017 via
https://www.livive.nl/docs/default-source/foldersflyers-livive/jeuk-tijdens-de-zwangerschap.pdf?sfvrsn=2

NVOG (2011)
Gevonden op het internet op 9 november 2017 via http://nvog-documenten.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=27618&richtlijn_id=878

Radboud UMC (s.a.)
Gevonden op het internet op 9 november 2017 via https://www.radboudumc.nl/patientenzorg/aandoeningen/zwangerschapscholestase/wat-is-zwangerschapscholestase

Stress tijdens de zwangerschap

Dat je beter niet kunt roken of drinken tijdens je zwangerschap, weet eigenlijk iedereen wel. Minder bekend is de invloed van stress op jezelf en op je ongeboren kindje. Toch is stress ook een van de dingen waaraan je je ongeboren kindje toch het liefst zo min mogelijk bloot stelt. Wat is stress eigenlijk precies? Hoe ontstaat het? En nog belangrijker: hoe ga je er mee om?

Wat is stress? (Fonds psychische gezondheid, 2017)
Er zijn 2 verschillende vormen van stress: gezonde stress en ongezonde stress.

Gezonde stress
Gezonde stress houdt in dat je gespannen bent voor wat komen gaat of wat er speelt. Hierdoor start je lichaam de vechten/vluchtenreactie. Je bloeddruk gaat omhoog samen met je hartslag. De belangrijke onderdelen van je lichaam die je nodig hebt bij deze vechten/vluchtenreactie worden voorzien van extra zuurstof: je hersenen, spieren en je hart. Er komt een hormoon vrij: adrenaline, dit zorgt voor allerlei acties in je lichaam, waaronder bijvoorbeeld extra brandstof voor je spieren.
Lichaamsdelen die je niet of minder nodig hebt, krijgen minder bloedtoevoer: je gezicht, je handen.. Deze gaan koud aanvoelen en worden bleek. Je ademhaling wordt sneller en je spijsvertering laat zich even voor wat het is. Je bent klaar voor wat komen gaat. Je bent er extra met je aandacht bij en kunt je beter concentreren. Wanneer de spannende gebeurtenis weer voorbij is, komt je lichaam terug tot rust (hartslag, bloeddruk, ademhaling omlaag) en verdwijnt de stress.

Ongezonde stress
Wanneer je heel vaak stress hebt of wanneer de stress erg lang aanhoudt, krijg je lichaam geen tijd om tot rust te komen en zich weer terug te herstellen. Dit noemen we ongezonde stress.

Oorzaken van stress tijdens je zwangerschap

Tijdens je zwangerschap kunnen er veel verschillende oorzaken zijn van stress. Een paar voorbeelden van veel voorkomende oorzaken vind je hieronder.

Angst rondom de bevalling
Iedereen heeft wel wat gezonde spanning voor de bevalling, maar deze gezonde spanning kan al snel overslaan in ongezonde stress en angst. Angsten over hoeveel pijn het gaat doen, hoe de bevalling gaat verlopen, wanneer het gaat beginnen of hoe lang de bevalling gaat duren. Je kunt je voorbereiden op de bevalling (je inlezen, cursussen volgen etc.), maar hoe het precies gaat verlopen, kan niemand je vertellen. Dit kan voor veel (ongezonde) stress zorgen.

Angst rondom het ouderschap
Van partners ga je straks ineens over naar ouders. Ook dit kan (ongezonde) stress opleveren. Ga ik dit kunnen? Ga ik mijn kindje goed op kunnen voeden? Kan ik straks alles combineren?

Gezondheid van het kindje
Tijdens je zwangerschap kun je allerlei testen ondergaan om te zien of je kindje (zo ver zichtbaar) gezond is, maar juist deze testen zorgen soms voor enorme onzekerheid en stress. Er wordt bijvoorbeeld een variatie op het normale gezien op een echo, waarna er vervolgonderzoek wordt geadviseerd. Dit kan niet gelijk, dus moet je enkele dagen wachten. Een periode van langdurige stress. Ook als je geen van deze testen doet kan de gezondheid van je kindje spanning met zich meebrengen.

Combineren zwangerschap en werken
Wanneer je zwangerschap verder vordert, kan het lichamelijk een enorme belasting worden. Als je dan ook nog moet werken, kan dit enorme druk opleveren. Je lichaam geeft misschien wel aan dat je een stapje terug moet, maar hoe ga je dit verantwoorden aan je baas? Gaat hij hier mee akkoord? Of heeft hij straks misschien wel iemand anders gevonden die het wel allemaal tegelijk aankan? Het combineren van een (pittige) zwangerschap en werk kan veel psychische druk opleveren.

Negatieve gebeurtenissen
En natuurlijk kunnen er tijdens je zwangerschap ook gebeurtenissen optreden die compleet los staan van de zwangerschap. Er kan bijvoorbeeld iemand ziek worden of misschien zelf overlijden. Stress die wel optreedt tijdens je zwangerschap, maar die niets met je zwangerschap te maken heeft.

Wat doet stress met je lichaam
? (Fonds psychische gezondheid, 2017)
Gezonde stress is heel normaal. Dit hoort er bij en iedereen loopt dat wel eens tegenaan. Echter als de stress te lang duurt en je lichaam hier dus niet van kan herstellen, ga je dit merken.

Lichamelijk:
– Continue moe zijn, maar tegelijkertijd slecht slapen
– Pijn: buikpijn, rugpijn, spierpijn, hoofdpijn
– Last van je darmen
– Een lage weerstand en hierdoor erg vatbaar voor ziekteverwekkers
– Hartkloppingen en een hoge bloeddruk
– Trillen, zweten

Geestelijk:
– Prikkelbaar zijn, een kort lontje hebben
– Veel piekeren, onzekerheid
– Huilbuien
– Opgejaagd gevoel, geen rust
– Veel angst
– Moeilijk kunnen beslissen
– Vergeetachtig zijn
– Gevoelens van schuld

Gedragingen:
– Ander eetpatroon: meer of juist minder eten
– Meer roken
– Minder sociaal contact

Effecten van stress op je ongeboren kindje
Stress tijdens je zwangerschap kan veel problemen veroorzaken, die je liever wilt voorkomen.

– Stress is een risicofactor voor vroeggeboorte. (Lilliecreutz, Larén, Sydsjö & Josefsson, 2016)
Uit recent onderzoek is gebleken dat de kans op vroeggeboorte stijgt als je stress ondergaat tijdens je zwangerschap.
– Stress kan zorgen voor een laag geboortegewicht of groeivertraging. (Rondó et al, 2002)
Stress zorgt er voor dat er bepaalde stoffen vrijkomen (catecholamines; bijv. adrenaline). Deze zorgen er voor dat er minder bloed naar de placenta toe gaat, waardoor er minder zuurstof en minder voedingsstoffen bij het kindje terecht komen. Dit kan resulteren in een laag geboortegewicht of groeivertraging. Dit zorgt ervoor dat je kindje zwakker ter wereld komt, met alle risico’s daarvan.
– Stress zorgt mogelijk voor een lager IQ. (Laplante et al, 2004)
Hoge stresslevels, vooral in het cruciale begin van de zwangerschap, zou mogelijk effect kunnen hebben op de hersenontwikkeling van je kindje. Dit zou kunnen zorgen voor een lager IQ, maar ook bijvoorbeeld voor minder taalvaardigheid.
– Stress kan er tevens voor zorgen dat je kindje veel huilt na de bevalling, een zogenaamde ‘huilbaby’. (AMC, 2006).
Uit de Amsterdam Born Children and their Development studie blijkt dat vrouwen die stress ervaren tijdens de zwangerschap, meer kans hebben op het krijgen van een huilbaby, een kindje dat overmatig huilt. Hoe meer stress, hoe meer kans.
– Stress geeft tevens een hoger risico op andere problemen.
Stress zou er voor kunnen zorgen dat het kindje zich langzamer ontwikkelt en problemen heeft met leren en concentreren. Tevens zou het kunnen zorgen voor angstproblemen, depressieve gevoelens en mogelijk ook autisme. (Science daily, 2008)

Tips om stress te voorkomen/beperken
Het klinkt makkelijk: probeer stress te voorkomen, maar zo makkelijk is het natuurlijk niet. Mogelijk kunnen deze tips je helpen.

1. Zwangerschap is geen ziekte, maar je kunt ook niet altijd alles meer wat je voorheen zonder problemen kon doen. Het is dus niet gek als je hulp nodig hebt, het is vaak wel een drempel die je over moet. Draag, indien mogelijk, taken over. Zowel in je werk als in je huishouden.

2. Ook op je werk lukt niet altijd alles meer. Zwaar psychisch of lichamelijk werk kan zorgen dat je harde buiken krijgt of veel stress ervaart. Ga in overleg met je werkgever. Je werkgever is er ook bij gebaat dat het werk goed afgerond wordt, dus is het prettig als jullie samen kunnen kijken wat er het beste bij je situatie past. Misschien kun je meer vanuit huis werken (minder reistijd) of kun je wat minder belangrijke taken overdragen.

3. Hoe moeilijk dat ook is: Durf nee te zeggen! Je bent niet meer enkel verantwoordelijk voor jezelf, maar ook voor je ongeboren kindje. Jullie zijn er beide niet bij gebaat als je je grenzen over gaat.

4. Zoek afleiding in leuke dingen. Hoewel je sommige taken misschien niet meer kunt, wil dit niet zeggen dat je jezelf alles moet ontzetten. Ga er op uit met vriendinnen, verzet je gedachten door leuke dingen te doen.

5. Wanneer je merkt dat je veel piekert, kan het helpen om ontspanningsoefeningen te doen of bijvoorbeeld mee te doen aan zwangerschapsyoga. Ook bewegingen kan helpen je stress te verminderen.

6. Neem voldoende rust. Jammer dan dat het huishouden vandaag niet helemaal aan kant is, maar het is wel zo prettig als je lekker in je vel blijft zitten. Zorg dus dat je voldoende tot rust komt. Vermoeidheid is een duidelijk teken van je lichaam om even tijd voor je zelf te maken. Creëer tijd voor een power nap of middagdutje en ga op tijd naar bed. Het kan ook helpen om ’s ochtends wat langer te blijven liggen, want de ervaring leert dat veel vrouwen dan juist beter kunnen slapen.

7. Merk je dat je er zelf niet meer uit komt: zoek professionele hulp. Je staat er niet alleen voor!

Conclusie
Een beetje stress hoort bij het leven en het lukt weinig mensen om dit helemaal te voorkomen, maar als de stress te lang blijft aanhouden of te veel ophoopt, spreken we van ongezonde stress. Deze ongezonde stress kan bij jezelf voor lichamelijke en psychische problemen zorgen, maar neemt ook risico’s voor het kindje met zich mee. Belangrijk is dus om stil te staan bij het gegeven dat je stress ervaart en te proberen dit stresslevel naar beneden te brengen.

pregnant-woman-2691410_960_720.jpg

Bronnen
AMC (2006)
Gevonden op het internet op 15 september 2016 via https://www.amc.nl/web/Het-AMC/Nieuws/Nieuwsoverzicht/Nieuws/Moeders-met-stress-krijgen-meer-huilbabys.htm

Laplante, D.P., Barr, R.G., Brunet, A., Galbaud Du Fort, G., Meaney, M.L., Saucier, J., Zelazo, P.R., & King, S. (2004). Stress During Pregnancy Affects General Intellectual and Language Functioning in Human Toddlers. Pediatric Research, 56, 400-10. Gevonden op het internet op 15 september 2016 via http://www.nature.com/pr/journal/v56/n3/full/pr2004225a.html

Lilliecreutz, C., Larén, J., Sydsjö, G., & Josefsson, A. (2016). Effect of maternal stress during pregnancy
on the risk for preterm birth. Biomed central. Gevonden op het internet op 12 september 2016 via http://bmcpregnancychildbirth.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12884-015-0775-x

Rondó, P.H.C., Ferreira, R.F., Nogueira, F., Ribeiro, M.C.N., Lobert, H., & Artes, R. (2002). Maternal psychological stress and distress as predictors of low birth weight, prematurity and intrauterine growth retardation. European Journal of Clinical Nutrition, 57, 266–27. Gevonden op het internet op 15 september 2016 via http://www.nature.com/ejcn/journal/v57/n2/full/1601526a.html

Psychische gezondheid (2017)
Gevonden op het internet op 20 oktober 2017 via https://www.psychischegezondheid.nl/wat-is-stress

Science daily (2008)
Gevonden op het internet op 15 september 2016 via https://www.sciencedaily.com/releases/2008/10/081027140724.htm

Osteopathie

Osteopathie is iets wat ik regelmatig aanraad aan onze zwangere en kraamvrouwen. Maar wat is dat nu eigenlijk, een osteopaat? Wat kan hij/zij doen? En hoe werkt het nu eigenlijk?

Wat is osteopathie?
Bij osteopathie richt de osteopaat zich op het vinden van mogelijke bewegingsbelemmeringen in weefsels en gewrichten. Deze bewegingsbelemmeringen kunnen in verband staan met een klacht, bijvoorbeeld rugpijn of darmklachten. Dit wil niet zeggen dat de klacht ook altijd op de plaats van de verminderde beweeglijkheid zit. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat er een verminderde beweeglijkheid zit in je bekken en dat dit zorgt voor buikpijn of andersom. Wanneer de osteopaat de functiestoornis in de beweeglijkheid gevonden heeft, gaat hij deze behandelen doormiddel van zijn handen. Door middel van manipulaties en spiertechnieken worden bewegingsbelemmeringen opgeheven. Hierdoor gaat het lichaam zichzelf genezen en verdwijnt de klacht. De osteopaat maakt geen gebruik van apparaten of medicijnen, maar puur zijn kennis van fysiologie, de anatomie, pathologie en neurologie in combinatie met zijn handen. Hij weet welke lichaamsdelen met elkaar in verbinding staan en hoe deze elkaar kunnen beïnvloeden. (NVO, s.a.; Optimum osteopathie, s.a.; IAOTV, 2017; Osteopathie Achten, 2016)

Indicaties
Er kunnen verschillende klachten zijn waarvoor je een osteopaat kunt raadplegen, zowel als je zwanger bent als straks met je baby’tje.

Moeder (Osteopathie Feijen, s.a.)
Doordat je zwanger bent, verandert er veel in je lichaam. Je buik begint te groeien, waardoor de organen in je buik een andere plek gaan innemen en er komt meer druk te staan op je rug en bekken. Vaak gaat dit goed, maar niet ieder lichaam is in staat om dit zonder klachten op te vangen. Osteopathie kan je lichaam helpen om terug in evenwicht te komen en meer ruimte en beweeglijkheid in je lichaam te creëren.
Osteopathie kan bijvoorbeeld helpen bij:
– Rugklachten
– Bekkenklachten
– Nek- en/of schouderklachten
– Harde buiken
– Maagzuur
– Misselijkheid
– Hoofdpijn

Ook na de zwangerschap kan osteopathie je helpen om de beweeglijkheid (bijvoorbeeld in je buik) te herstellen en je lichaam weer zichzelf te laten genezen. Denk hierbij aan klachten als: urineverlies, bekkenbodemklachten, nek/rugklachten, pijn bij je stuitje, doof gevoel in je handen en blaasontstekingen.

Baby (Osteopathie Achten, 2016)
Ook baby’s kunnen het tijdens de bevalling (bijv. na een vacuüm of juist na een hele snelle bevalling) of zwangerschap erg zwaar gehad hebben, waardoor ze veel stress in hun lichaam hebben en dus verminderde beweeglijkheid. Osteopathie kan helpen om klachten te verminderen. Denk hierbij aan klachten als: excessief huilen, onrustig kindje, obstipatie en reflux.

Wetenschappelijk onderzoek
Naar osteopathie is wetenschappelijk onderzoek gedaan, maar voornamelijk bij rugpijn.  In 2009 is er een onderzoek gepubliceerd (Licciardone et al, 2009)  waarin duidelijk wordt dat osteopathie effect heeft op lage rugpijn tijdens de zwangerschap. Het zorgt ervoor dat lage rugpijn stopt of vermindert. Dit wordt tevens bevestigd in een klein Duits onderzoek in 2015. (Schwerla et al, 2015) Osteopathie bij andere klachten moet uitgebreider onderzocht worden om hiervan de effectiviteit te kunnen beoordelen.

Naar osteopathie bij baby’s is maar heel weinig onderzoek gedaan. We weten hierbij dus niet zeker of dit effectief is bij de pasgeborene of dat vermindering van klachten ergens anders vandaan komt. Het is nodig om hier meer onderzoek naar te doen.

Kosten
Door veel verzekeringen wordt osteopathie vergoed. Je hoeft hiervoor geen eigen bijdrage te betalen. (NVO, s.a.)

Behandeling
Wanneer je naar de osteopaat gaat lig je op de behandelbank, terwijl de osteopaat in eerste instantie enkel je lichaam onderzoekt. Na dit onderzoek worden de gevonden resultaten doorgenomen en wordt er een eventueel behandelplan opgesteld. Een behandeling duurt gemiddeld 45 minuten. Het is afhankelijk van de klacht en de tijd die je lichaam nodig heeft om de nieuwe bewegingsmogelijkheden te gebruiken, hoeveel behandelingen je nodig hebt. Je hebt geen verwijzing van een arts nodig om naar een osteopaat te gaan. (Optimum osteopathie, s.a.)

Conclusie
Osteopathie is een behandelwijze die in mijn ogen steeds meer in opkomst is. Het wordt bekender en daarmee ook toegankelijker. Er is wel onderzoek gedaan naar osteopathie, maar er is eigenlijk nog veel meer onderzoek nodig om de effectiviteit hiervan vast te leggen.

speaker-1024883_960_720.jpg
Bron: Jeffy @Pixabay

Bronnen

IAO TV (2017)
Gevonden op het internet op 11 september 2017 via http://www.osteopathie.eu/nl/osteopathie/wat-doet-een-osteopaat

Licciardone, J. C., Buchanan, S., Hensel, K. L., King, H.H., Fulda, K.G., & Stoll, S.T. (2009) Osteopathic manipulative treatment of back pain and related symptoms during pregnancy: a randomized controlled trial. American Journal of Obstetrics and Gynecology, 202(1).

NVO (s.a.)
Gevonden op het internet op 11 september 2017 via https://www.osteopathie.nl/over-osteopathie/

Optimum osteopathie (s.a.)
Gevonden op het internet op 11 september 2017 via http://www.optimum-osteopathie.nl/over-osteopathie/

Osteopathie Achten (2016)
Gevonden op het internet op 11 september 2017 via http://osteopathie-achten.nl/over-ons/over-osteopathie/

Osteopathie Feijen (s.a.)
Gevonden op het internet op 11 september 2017 via http://www.osteopathiefeijen.nl/Osteopathie-bij-zwangeren

Schwerla F., Rother, K., Rother, D., Ruetz, M., & Resch, K.L. (2015) Manipulative Therapy in Women With Postpartum Low Back Pain and Disability: A Pragmatic Randomized Controlled Trial. The Journal of the American Osteopathic Association, 115 (7).

De vlokkentest

Wanneer je een NIPT of een combinatietest hebt laten uitvoeren en hier een verhoogde kans uitkomt op een kindje met een trisomie, of wanneer je al een verhoogd risico hebt, kun je kiezen voor een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie. Maar wat is nu eigenlijk een vlokkentest?

Een vlokkentest
Bij een vlokkentest wordt er een klein stukje van de placenta weggenomen uit de baarmoeder. Dit gebeurt doormiddel van een dunne naald of tangetje/slangetje. Aangezien het weggenomen weefsel er uit ziet als vlokken, wordt dit de vlokkentest genoemd. (De verloskundige, s.a.; NPDN, 2010)

Het weefsel kan weggenomen worden via je buikwand, maar ook via de vagina. Dit is afhankelijk van de positie van de placenta in je baarmoeder en tevens van de ligging van de baarmoeder zelf. Op het moment van de vlokkentest wordt er een echo gemaakt om te kijken waar de placenta precies ligt en wordt de techniek bepaald. (NPDN, 2010; De verloskundige, s.a.) Na het lokaliseren van de positie wordt de echo gebruikt om de vlokken zo nauwkeurig mogelijk af te nemen. Wanneer de vlokken via de vagina afgenomen worden, wordt er een eendenbek gebruikt en gebruikt de gynaecoloog een dun tangetje om op geleide van de echo een klein beetje placentaweefsel af te nemen.
Wanneer de vlokken via de buikwand verwijdert worden, gebruikt de gynaecoloog een dunne naald om op geleide van de echo wat vlokken te verwijderen. Hierbij krijg je geen verdoving.

Het gaat om 20-50 mg placentaweefsel. Wanneer er te weinig weefsel is afgenomen (dit checken ze direct), kan het nodig zijn om nogmaals weefsel af te nemen. (NPDN, 2010)

Na het onderzoek krijgen Rhesus negatieve vrouwen anti-D toegediend om eventuele vorming van antistoffen te voorkomen doordat de kans op bloedcontact is toegenomen.
Wanneer het weefsel via je buik verwijdert is, kun je dezelfde dag wat last houden van een gevoelige buik. Wanneer het weefsel via je vagina verwijdert is, kun je enkele dagen last hebben van bloedverlies. Om die reden wordt er geadviseerd om de dag van het onderzoek thuis te blijven en zo min mogelijk te doen. (NPDN, 2010)

Indicaties (LUMC, s.a.)
Er zijn verschillende indicaties waarbij je kunt kiezen voor een vlokkentest:
– Een verhoogde uitslag uit de combinatietest: de kans is meer dan 1 op 200.
– Een afwijkende uitslag uit de NIPT.
– Op de echo worden afwijkingen gezien bij het kindje.
– Een of beide ouders is drager van een chromosoomafwijking.
– Ouders die ooit al een kindje hebben gekregen of zwanger zijn geweest van een kindje met een chromosoomafwijking.
– Ouders die een verhoogde kans hebben op een kindje met een erfelijke ziekte.

Termijn
De vlokkentest wordt verricht vanaf 11 en tot 14 weken zwangerschap. (De verloskundige, s.a; Erfelijkheid, s.a.)

Risico’s
De vlokkentest draagt een risico met zich mee. Door de vlokkentest krijg je een risico op een miskraam van 0,5%. (De verloskundige, s.a.)
Betrouwbaarheid (NPDN, 2010)
De vlokkentest is niet 100% betrouwbaar. De betrouwbaarheid is 98-99%. Dit wil zeggen dat bij 98-99% van alle onderzoeken de vlokken dezelfde chromosoomsamenstelling bevatten als de cellen van het ongeboren kindje. Dit wil zeggen dat er in 1-2% van alle gevallen het voor kan komen dat er op de placenta wel een chromosoomafwijking te zien is, maar bij het kindje niet, of andersom.
Dit kan er voor zorgen dat je kiest voor een zwangerschapsafbreking, omdat je kindje niet gezond is, terwijl dit in feite niet het geval is, je kindje heeft die chromosoomafwijking niet. Het kan er natuurlijk ook voor zorgen dat je gerustgesteld wordt, je kindje lijkt geen chromosoomafwijking te hebben, terwijl dit in de praktijk wel het geval is.

Het komt ook voor (1-2%) van alle testen dat er geen of een onduidelijke uitslag volgt. Er kan dan voor gekozen worden om de test nogmaals uit te voeren of om dan een vruchtwaterpunctie te laten verrichten.

Uitslag
De uitslag is afhankelijk van de test die er gedaan wordt. De snelle test geeft uitslag binnen 3 dagen. De uitgebreide test geeft een uitslag binnen 2 tot 3 weken. Dit is ook afhankelijk van de indicatie waardoor het onderzoek wordt uitgevoerd. De uitslag krijg je in de meeste gevallen van het ziekenhuis of het centrum waar de vlokkentest is uitgevoerd. (Erfelijkheid, s.a.; NPDN, 2010)

De uitslag geeft aan of je kindje een afwijking heeft of niet. Wanneer je kindje een afwijking blijkt te hebben, komen veel mensen voor een zeer moeilijke keuze te staan. Is dit kindje gewenst en kan dit kindje een plekje krijgen in jullie gezin of kiezen ze er toch voor om de zwangerschap niet uit te dragen? Soms kiezen mensen er voor om de vlokkentest enkel uit te voeren om zo te weten of hun kindje ziek is, zodat ze zich hierop kunnen voorbereiden door zich goed te laten informeren en bepaalde keuzes (bijv. plaats van bevallen) te maken.

Conclusie
De vlokkentest is geen standaard onderzoek. Deze test wordt enkel verricht op indicatie. De uitslag kan goed zijn, waardoor je gerustgesteld wordt, maar de uitslag kan er ook voor zorgen dat je voor een extreem moeilijke keuze komt te staan.

index
Bron: wikipedia

Bronnen

De verloskundige (s.a.)
Gevonden op het internet op 21 augustus 2017 via http://deverloskundige.nl/zwangerschap/subtekstpagina/42/vlokkentest
Erfelijkheid (s.a.)
Gevonden op het internet op 21 augustus 2017 via https://www.erfelijkheid.nl/kinderwens/vlokkentest

LUMC (s.a.)
Gevonden op het internet op 21 augustus 2017 via https://www.lumc.nl/org/verloskunde/patientenzorg/132898/132948/

NPDN (2010)
Gevonden op het internet op 21 augustus 2017 via http://www.npdn.nl/vervolgonderzoekVlokkentest.php